Resultaten voor het trefwoord bellen

fictieve pesronages 1 – manja croiset

ze zijn er de gasten
een bloedeloos gesprek

zo te zien gaat het regenen
zegt iemand

een ander
ik was laatst op een begrafenis

het was gezellig
maar we moesten
maar weer eens gaan
druk weet je wel

we bellen nog
inderdaad is het gaan regenen
begrafenissen zullen ongetwijfeld
ook nog volgen

is dit het nou
vraag ik me af
kijkend naar de vuile glazen

helemaal geen afspraken
dan spreek je ook niemand
maar dan reken je daar niet op

in de pauze van een concert
vang ik een flard op
van een mij interessant lijkende
discussie

vergeef me mijn onbeschaamdheid
zeg ik hakkelend
maar ……….

de basis voor een nieuwe vriendschap is gelegd

mañana mañana – pallas van huizen­

Pallas was geen zwijger, noch sprak ik hem veel.­ Haar pessimisme tegenover de blauwe wolken en de rode maan, Pallas kon er niets aan doen, dat ik haar kende van voor het misbruik, sommige dingen groeien zo, en dat kan je haar niet kwalijk nemen, heb ik nog tegen Pallas gezegd.­ Maar nee, zij en Pallas zouden en moesten gaan samenwonen, ongeacht de financiële problemen en extra kosten, omdat het een servicewoning is met een heleboel overdadig groot onderhoud en een tuin waar niemand in durft te lopen.­ Maar goed, ik heb ze nog gewaarschuwd, maar zij en Pallas wilden niet luisteren en moesten na inlevering van 25% van hun totaal inkomen toch tot het inzicht komen dat samenwonen niet meer zo voordelig was in de nieuwe participatiemaatschappij.­ Nu zit Pallas tegenover mij, hij heeft ruzie met haar en kijkt televisie, ik denk niet dat ik hem vandaag nog op het idee kan brengen om ergens anders te gaan slapen, maar kijk hij heeft trek, misschien dat Pallas vanavond toch nog ergens anders beland, wie weet, wie weet, wie weet.­ Morgen zal ik zijn vriendin bellen.­

het menu van de dag – martin m aart de jong

ze zeggen dat je bellen blazen kunt
in blinde kleuren dat je geen hond
nodig hebt om over te steken naar
de andere kant van het leven dat

de duisternis het licht niet mist
en dat je voelen kunt hoe je moet
lopen terwijl je zingt dat jaren
een verzameling van groeven in je

hebben geslagen waarlangs een naald
je aftast op muziek ze zeggen dat je
mooi was en dat je nu niet moet gaan

zeuren iedereen verdwijnt een keer
van de kaart alleen de klassieker
blijft als biefstuk, sla en frites.

om de moffen te verschalken – jacques santegu

fietste grootvader onder zijn jas
varkens over de grens
snuit tegen snuit, poten rond
de nek
als een slabbetje pensen
hesp en spek

in zijn zakken bruine zeep
waarmee hij ’t varkensmondje
voerde, zodat het krijten
ophield, ’t varken
zeep bleef slikken
’t is te zeggen …
en af en toe wat bellen boerde

de honden kocht grootvader om
met beetjes vlees
ook die beesten bleken uitgemergeld
voor hen haalde grootvader
maar al te graag al zijn zakken leeg

rechtzetten – martin b

Met jeuk aan mijn ballen sta ik op.

Ik vind appelkoeken in de koelkast
& een slagroombus met een groene kop.

Het water stroomt hier nog steeds.
Dat is het probleem niet.

Ik loop naar buiten & keur de wolken.
Ze hebben er wel eens beter uit gezien.

Eenmaal weer binnen staar ik
naar de omgeklapte foto.

Zal ik wel, zal ik niet?

Het is zondagmiddag 15:00 uur.
Het is tijd om mijn moeder te bellen.

drie distichons II – jan holtman

C1000

Morgen weet ik het, zegt ze
Alice, baliemedewerkster

Keukentafel

te koop aangeboden
zeer doorleefde keukentafel

Gehoor

bij geen gehoor gelieve
niet nogmaals te bellen

in limbo – bob elias

Als achter ons de poorten sluiten
strijken we neer een ieder zwijgend
het stroeve licht ons lot beklijvend
in dit godverloren oord
we trekken soep van oude botten
staren elkaar in starre ogen
het is alsof wolken vonken stelen
uit onze kruinen, wijd geopend
weigert de nacht de zucht naar sterren
en sterven gebeden op dansend vuur
van vers gevelde kruisen, zwelt
het suizen en al wat rest
is het geluk van duizend
spattende bellen

bel mij – martin m aart de jong

Ik had je willen zeggen nog
dat leven zo eenvoudig is
een kwestie van adem halen
formulieren invullen en doen
alsof je gelukkig bent.

Wil je mijn elastiekjes zien?
Mijn rekbaarheid is legendarisch
overal verschiet ik kleuren
alleen als het regent en de zon
schijnt kleurt mijn navel rood.

Thuis waren we met zijn achten.
Ik was de jongste niet, maar wel
de leukste. Daardoor leek het nog
heel wat. Zondags aten we patat
uit eigen keuken. Soms draaide

er een brommer in de nacht.
Er trokken scheuren in de muren
er lagen dode honden in de gang.
Over het beschimmelde behang
van mijn kamer hingen posters
van Blondie; zij was de vrouw
die mij redden zou. Ik kon
haar altijd bellen, dag en nacht.