Mijn verwerpelijke ik wordt bezocht
Ze leest de verpakking op een bed dat
Ruikt naar pindakaas en goedkope nagellak
Hij zegt: vroeger loste je ze op, mijn raadsels
Vroeger leek je op mijn oudste zus die
Veel te jong aan een klaplong is bezweken.

Nu ben ik averechts en gewild onhandig
Er lopen insecten over mijn schenen
Hij slaat ze gade, we doen ze geen kwaad
De bloemen krijgen water en de heilige feesten
Worden door oplichters en nymfomanen in ere gehouden.

Gisteren is de postbode gestikt
In de marsepeinen baard van
Een profeet of een sater, hij weet het niet precies
Maar het was vreselijk luidruchtig
Ze stonden erbij en vergaten foto’s te nemen.