Resultaten voor het trefwoord ziekte

tijd van hebben – martin b

Daar stond ze, rokend in de kou, wachtend op een Greyhound bus. Veel bagage had ze niet meegenomen. Van jongs af aan had ze al een bloedhekel aan bagage. Niet alleen aan bagage, ook aan artsen. Bagage en artsen, dat waren de dingen in haar leven die ze verafschuwde. Ze wist donders goed dat ze moest stoppen met roken en daar had ze echt geen broekie van een arts voor nodig die dat nog even onder haar neus moest wrijven. ‘Je hebt longkanker, Merel. Als je zo door blijft roken, geef ik je nog geen half jaar.’ ‘Ach, jullie artsen zitten er wel vaker naast. Go fuck yourself’ had ze tegen hem gezegd. Nee, wat dat betreft was ze niet bepaald een vrouw.

De vliegreis was uitermate vermoeiend voor haar geweest. Er was een bommelding op Schiphol en voordat er weer groen licht werd gegeven, was ze ruim acht uur verder. Ze baalde als een stekker. Ze werd kotsmisselijk van het lot. Telkens weer. In een impuls had ze de nieuwe roman van Arnon Grunberg gekocht, enkel om de tijd te doden. Maar dat werd een enorme domper. Ze kwam niet verder dan pagina één. Daarom besloot ze het boek maar weg te geven aan de eerste de beste voorbijganger die ze zag. Dat was een man met lang haar, een bril en een pokdalig gezicht. ‘Dank u vriendelijk. Mijn open haard zal u tot de lengte der dagen dankbaar zijn’, grapte hij.
Ze lachte zo hard dat het gênant was. In feite kostte lachen haar het leven, vanwege de standaard hoestbuien die daarop volgden. Eenmaal in het vliegtuig zat ze, tot overmaat van ramp, naast een dikke stinkende Duitse vrouw, die de oren van haar kop lulde over de Islam en het buitengewoon schandalig vond dat Obama de Nobelprijs voor de vrede had gekregen. Zij vond het op haar beurt weer schandalig dat het wonder duo Allah & God haar hadden geschapen. Ze hield wijselijk haar muil. Toch vond ze het jammer dat ze niet even het raampje kon opendraaien om haar eruit te donderen.

Er is hier vrijwel niets veranderd, behalve de sneeuw, dacht Merel. Het zag er daadwerkelijk oogverblindend uit en dat terwijl haar ogen in der loop de jaren met een snelvaarttrein achteruit waren gehold. Wel typisch dat Karel op een steenworp afstand woonde, van waar zij in 1976 een jaar lang stage had gelopen als secretaresse voor een bedrijf dat bomen kapte. Het druiste eigenlijk tegen al haar principes in, maar het verdiende uitstekend. Ze was tot de ontdekking gekomen dat het bedrijf inmiddels met de grond gelijk was gemaakt. Dat vond ze wel ontzettend komisch.

Ze nam nog een trek van haar sigaret. Fucking Canada, mompelde ze. Godverdomme Karel, waarom uitgerekend een internetslet in Canada? Hoe oud ben je nu helemaal? Kon je het niet gewoon wat dichter bij huis zoeken? Ik bijvoorbeeld. Was toch bij mij gebleven, jij lief verdwaald Zwaantje. Zwaantje, dat was het koosnaampje die ze te pas en te onpas maar al te graag gebruikte. Karel had prachtige pikzwarte wenkbrauwen en haar zo zuiver wit als een pasgeboren wolk. Ze vond het dan ook gezicht dat Karel toentertijd een hanenkam had. ‘Je lijkt net een verschrikte zwaan’ had ze toen tegen hem gezegd. ‘Ik ben Karel de Grote’, antwoordde hij droogjes. Waarop Merel antwoordde: ‘Ja, in je broek misschien. Maar niet in je kop, Zwaantje.’ Hij lachte. Merel was de enige persoon die Karel aan het lachen kon maken. Ze schudde haar hoofd en schoot haar peuk weg in de sneeuw. Het doofde langzaam.

Daar was eindelijk de Greyhound bus. Het leek wel een eeuwigheid te duren voordat de deur openging. Ze toonde haar bus ticket. De buschauffeur gaf een goedkeurend knikje. Alle buschauffeurs zijn hetzelfde. Hij leek overigens verdacht veel op die ene buschauffeur uit The Simpsons, alleen de walkman ontbrak. Ze keek rond in de bus, uitsluitend gevuld met uitgebluste figuren. Ook dat nog. Ze moest stoel 45 hebben. Gelukkig had ze geen buurman of buurvrouw en dat zou de rest van de busrit ook zo blijven. Algauw viel ze in slaap met The Cure op haar iPod.

‘Ma’am! Ma’am! Wake up, ma’am, you’re here.’ Ze opende haar ogen als een klein kind en zette haar bril recht. ‘Okay, thanks a lot.’ Ze frommelde haar iPod weer in haar handtas en strompelde uit de bus. De bus bleef nog eventjes staan en vertrok toen weer. Ze hield van het geluid dat de bus maakte door de sneeuw. Het maakte haar intens gelukkig. Daar stond ze dan, in the middle of nowhere. Ze zag een vogel die ze niet zo snel thuis kon brengen. Ze haalde haar spiegeltje tevoorschijn en ze bekeek zichzelf grondig. Mijn hemel, wat ben ik toch oud aan het worden, dacht ze.
Ze pakte haar lippenstift. Ze wist dat Karel haar lippen het mooiste van alles vond. ‘Je hebt geen pijplippen, maar lippen om op slaap te vallen’ had hij ooit eens tegen haar gezegd. Het grappige was dat Merel meestal degene was die als eerste in slaap viel, vaak met haar wang op zijn zak. Hoewel Karel Merel had verlaten, had Merel veel zinnen van Karel in haar hoofd opgeslagen. Die zinnen braken nooit uit, spookten niet. Ze hoorden domweg thuis in haar hoofd. En misschien maakte dat haar ook op een één of andere manier wel meer ziek dan de kanker. Ze vroeg zich af hoe Karel zou reageren als ze hem vertelde over haar ziekte en zijn onbekende zoon. Waarschijnlijk zwijgend. Karel zweeg namelijk graag. Karel de Grote Zwijger noemde ze hem ook wel eens. Ze haatte het als Karel niets zei. Ze zou ondertussen multimiljonair zijn geweest als ze voor alle gedachten van Karel een kwartje had gekregen. Het heeft niet zo mogen zijn. Ze klapte haar spiegeltje weer dicht. Het was nog een goede tien minuten lopen naar het huis van Karel.

Ze belde aan.

functieomschrijving – gerardus

Voor onze relatie
zijn wij met spoed
nog op zoek naar
een schoonmaker
op zaterdag en zondag
ter vervanging van ziekte
voor een project in Marum.
Je zult het kantoor van
een groot productiebedrijf
schoonmaken wat inhoudt
dat je de kantoorruimtes,
toiletruimtes, trappen
etc schoonmaken.
De werktijden zijn op
zaterdag en zondag
van 6.00 – 9.30 en
16.00 – 19.15. Ben je
vanaf dit weekend al
beschikbaar? Neem dan zo
spoedig mogelijk contact
met ons op.

* – maaike klaster

Koning Kanker de schuld geven
van het feit dat je geboren bent.
Alsof je niet ooit vanzelf sterft.
Daar heb je geen kanker voor nodig.

Iemand heeft mij een diagnose gegeven,
een doodsvonnis voor een meisje van zeven.
Daar legde ik mij schreeuwend bij neer,
maar ik had natuurlijk moeten blijven leven,

deze kans lachend aan moeten pakken
om de longen uit mijn lijf te geeuwen:
Steek die zogenaamde ziekte in je hol
en stort je in je eigen graf!

* – maaike klaster

Gezondheid heeft mijn naam gekregen,
maar ik weet niet wie ik zonder die ziekte ben.
Dit kunnen ze niet menen,
iedereen wil mij af zien takelen.

Mijn arts zodat ze gelijk heeft gekregen.
Mijn moeder en ik omdat we bijna niet meer anders weten.

Alleen mijn vader en de zijne draaien zich om in hun graf,
geven mij terecht op mijn falie,
hebben het lichaam overleefd, nemen mij naar oudere tijden mee,
laten zien hoe het altijd al beter was geweest,
schenken mij hun verloren levens, vragen er niets voor terug,
blijven alleen nog even staan kijken
hoe ik lach als ik de deur uit stap.

rook – arend van der made

dicht tegen mijn hart
wacht zij op
mijn handen
dwingen haar
in brand

vul me
met het ritme van adem
neem mijn lichaam
zaai mijn geest

over sporen van zuchten
geleidt zij mij zacht
naar ziekte
dood
impotentie

pop – gisela van het veld

Kan ik mijn eigen ogen schrijven
de kleur invullen van mijn huid
mijn lippen schilderen
de kaalheid verbergen
van mijn schedel onder een pruik

Buigen, kruipen als een barbiepop
met lange plastic benen
die het lopen heeft verleerd

Opnieuw luisteren
naar de vogelgeluiden
het licht van de ochtend zien
en niet breken als een spiegel

De ziekte overwinnen
die in mij begraven ligt

onderhuids – c.p. vincentius

Zij lijden aan de ziekte van de harige zielen
hun baarden, oksels en snorren hangen.
Na scheren, stoppels van epileren groeien
kuiven zij ondertussen borsten en billen;
horen de anonieme beller zwijgen en hijgen.

Bij doodsbedreiging op bewakingsbeelden;
onjuiste diagnose honderden slachtoffers,
hanteert moeder-overste stuur en pedaal
terwijl intercity spoorwegovergang nadert
waarop de touringcar vol van zusters der
eeuwigdurende aanbidding weer weigert te
starten. Alleen aan de horizon komen rails
bijeen. Hier dragen zij goederentrein, die
op volle snelheid dwars door het obstakel
snijdt, gaapt de invasiediepte, aldoende
‘t idee van ’n geloof bij toeval openlegt,

zodra bij onsterfelijke geesten de haren
rijzen /hun lichamen eeuwig zedig bedekt
/vrede vinden in ongeschoren toestand
/ontbinden bevrijd van inkapselen zonder
/hinder innerlijk verder blijven woekeren.

weertje, meneertje – stefan van hoek

Een prachtige dag om…

– na een uitzonderlijke prestatie een veer in je kont te weigeren, omdat het sec een vervelend gevoel is
– je hand niet voor jezelf in het vuur te steken, simpelweg omdat dat veel te heet is en gruwelijke brandwonden oplevert
– te doen alsof je Minister van Volksgezondheid bent en beweren dat zogenaamd alcoholmisbruik vooral het trainen van de lever betreft
– zeikerds die beweren dat je geen griep hebt, maar waarschijnlijk slechts een stevige verkoudheid omdat je nu eenmaal niet de drager van het influenza-virus bent, uit te leggen dat ze nog veel vermoeiender zijn dan de ziekte zelf
– waarschuwingen aan te brengen op pakjes sigaretten met teksten als “Opgepakt worden in Teheran tijdens protesten tegen het Iraanse regime kan de gezondheid ernstig schaden”
– aanbevelingen aan te brengen op pakjes sigaretten met teksten als “Roken vermindert de kans op de ziekte van Alzheimer ernstig”
– niet aan een posttraumatische stressstoornis toe te komen, omdat je al stress krijgt als je aan een prétraumatische stressstoornis denkt
– weer met roken te beginnen, omdat je zojuist de monitor van je bureau hebt geslagen vanwege een knipogende smiley op het beeldscherm
– een subsidieverzoek voor CO2-opslag in oude, in onbruik geraakte Ikea-boekenkasten Billy te doen
– het Moslim Braddaship veel meer kek, modern en urban te vinden dan het Moslim Broederschap
– de Nederlandse belastingbetaler luidkeels te laten weten dat de sponsoring van het ABN AMRO tennistoernooi mooi van zijn belastingcenten wordt gefinancierd
– met wijd opengesperde mond, gebalde vuisten en uitpuilende ogen iedere vijftiende voorbijganger op straat met zoveel mogelijk decibellen “Van mijn belastingcenten!” toe te voegen en vervolgens rustig door te lopen
– alle kindjes uit de speeltuin te verjagen en zelf de hele middag op een wipkip te zitten, tot je zo daaps als een randdebiel bent van dat heen en weer geschud
– voortijdige seniliteit, dus daarmede kindsheid te veinzen en een groot deel van het etmaal aan je verzameling voetbalplaatjes te besteden
– op Youtube uren lang beelden van de noordelijke voetbalderby SC Cambuur tegen Emmen door de jaren heen te bekijken
– de voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond over te halen per komend seizoen shirtreclame nog slechts in gotische letters toe te staan
– een friet- en stoofvleesfestijn in het fictieve Vlaamse Lovensberg te bezoeken waarvan de opbrengst wel ten goede komt aan doven in Burundi doch niet aan slechthorenden in Tanzania
– alle voordeuren in het tegen Rotterdam gelegen Capelle aan den IJssel langs te gaan om te collecteren voor de Bobbejaanlandse separatisten en hen te steunen in hun vrijheidsstrijd tegen het onderdrukkende Vlaanderen
– eropuit te gaan op het platteland, tractoren te bestormen en luidop ‘boer zoekt vrouw’ in het oor van iedere dienstdoende agrariër achter het stuur te boeren
– gezellig naar de markt te gaan en er achter te komen dat er dit maal geen Nederlandse Kampioenschappen Kinderwagen Duwen (NKKD) gehouden worden, dat Vishandel Hen gewoon Vishandel Baars en Poelier Baars gewoon Poelier Hen heet
– bij wijze van integratie iedere in Nederland gevestigde Egyptische shoarmazaak een bos bloemen cadeau te doen, met knoflooksaus
– een junior Whopper bestellende klanten van Burger King bits toe te voegen dat kleine hamburgers eten ook een vorm van pedofilie is en dat recidivisme ernstig op de loer ligt
– een terroristische organisatie te starten die tot doel heeft de laffe, smakeloze vrucht aubergine in alle gedaanten naar vernietigingskampen te sturen
– mannen die met winkelmandjes op wieltjes door de supermarkt rijden een nekschot te geven, omdat ze al fout, feminiem en dus min of meer in travestie bezig zijn in vredestijd en men geen enkel risico mag nemen, daar hun gedrag tijdens een oorlog niet te voorspellen is
– Herman den Blijker en Jamie Oliver over te halen samen een kookboek te maken met daarin slechts gerechten gebaseerd op het samenspel tussen de diverse smaken Fisherman’s Friend en knoflook
– Dr. Phil per zeepost een brief te sturen met de zorgelijke mededeling dat hij er de laatste tijd nogal pips uitziet, dat zijn stem erg monotoon klinkt en zijn snor er zo treurig bij hangt
– ook Oprah Winfrey, Jerry Springer, Andries Knevel, Tijs van den Brink, Jeroen Pauw en Paul Witteman van bovenstaand feit op de hoogte te stellen
– toe te geven aan ex-PVV’er James Sharpe dat hij inderdaad zijn geld nooit in de porno-industrie verdiende, maar dat hij onder het pseudoniem James Sharpe op vrijwillige en pro deo basis in vieze filmpjes acteerde, analoog aan Kim Holland (die bij de burgerlijke stand toch ook niet onder die naam staat ingeschreven, gekkies, maar er dan in tegenstelling tot de zich James Sharpe noemende pro deo acteur wel weer haar centjes mee verdient)
– een in retrospectief vertelde coming of age movie vol fijnzinnige dialogen met Jackie Chan en Sylvester Stallone in de hoofdrollen tot belangrijkste kandidaat voor een Gouden Beer op het Berlijns filmfestival uit te roepen
– of gewoon in de zon te gaan liggen.

syndroom – filip couck

hyperesthetisch-emotioneel staat mooi
op mijn visitekaartje, Mevrouw,
ik vertoef in fijn gezelschap.

Zie ik daar Ensor
zijn masker afzetten,
Giacometti uitgepuurd
een beeld dromen,
Rimbaud zijn verhaal
vertellen en
Morisson vind
de uitgang weer niet

Kijk, Kubrick en Fassbinder
ruzieën gefilmd getormenteerd
de kadrage
van dit schouwspel-

Kiefer beklad monumentaal
de geschiedenis van zijn volk
bijeen

en luister, ook tchingtchang
Django is in da house

Mooi volk hier, mamséll Claudel, vindt u niet?

allen lijden we
koortsachtig ijlend en
de middelmaat uitkotsend,
leiden we, als Brel
-l’oeil du berger, le coeur de l’agneau-
de norm
naar een onbepaalde ziekte.

beklag – fred tak

te huur
een lint verdriet
van zeven meter lang
voor in de tuin
geleverd met
een bonte streng van kleine lichtjes

om ook ’s avonds
de schittering
van tranen te laten zien

van nood en ziekte
met verderop een uitgang
zeg maar grote centenbak
om kilo’s meelij in te werpen