Resultaten voor het trefwoord waarom

massaal – iniduo

te vroeg voor naweeën
mengen stemmen met de wind
te verstaanbaar voor ijlen

gekleed in afzondering
smoort een zucht
in het strooisel van verlatenheid

doch niemand vraagt hem de weg
aan de zoekende
in tastbare ommekeer

enige monden stuwen woorden
leunen langs gevels
naar ver, weg uit haperend zicht

waarom ook omarmen, beklemmen
als geheugen faalt
tot wie geen boodschap bracht

ja, er is vertier. Geen breedgedragen lach,
geen voorzichtige poging

het blauwe uur – jessica bakker

De stad. De langzame en nog stille straten
met de gordijnen dicht en wij die nog zwijgen
onder de lakens. Onze lichamen ademen
de sound of silence
In het blauwe uur

In het blauwe uur dat soms een eeuwigheid lijkt
te duren voor de slapelozen
maar ik, die wijzers lees, krul mij in een bocht
achter huilende ramen van de stad
en vraag me af waarom ik zo lang zocht
Ik geef me prijs en jij krijgt al mijn lelijkheid
er gratis bij. Nu ben je mij zat

De stad. We passen er nog in
we hebben er nog gedronken,
geproost op wat we liever toch vergaten
zoals de mooiste ruzies, tot op ons bot geraakt
Want door merg en been gaat de liefde, nietwaar?
In het blauwe uur

omnis terra – mark opfer

I

Oren rennen uren
over ondiepe gronden
bevogeld met de groene veren
van fotosynterende
dino’s

Waarom zou een wolf
geen hoeven hebben
wanneer de bergen
toch al paars gestreept zijn?

Wie zegt dat stelten
slechts voor hertjes zijn
of voor vrouwen?

Van mij mag
een boom een cobra zijn
en pas geboren bijten.

de berekenende kant van een artiest mag ook wel eens onder de aandacht worden gebracht – hans van willigenburg

ik hap blijmoedig naar adem
want ik weet dat wat ik ga zeggen
vijftig procent schokt
de andere vijftig procent oplucht
‘welke tv-programma’s doen we?’ vraagt mijn manager
allemaal willen ze weten of ik het meende
of ik de geschokte vijftig procent haat
(en zo ja waarom)
of ik de opgeluchte vijftig procent omarm
(en zo nee waarom niet)
terwijl ik onder studiolampen vecht tegen de slaap
en op de rand van pure desinteresse
mijn provocatieve repertoire afwerk
stromen nóg meer verzoeken bij mijn manager binnen
‘nog twintig tv-interviews en je hoeft nooit meer wat te zeggen’
rekent hij voor
‘als ik de steen nog wat harder in de vijver had gegooid waren het er minder geweest’
mijmer ik
 
geen rekening houdend met mogelijk nog te volgen doodsbedreigingen
opstootjes
prominente landgenoten die hun positie kiezen
en daarmee mijn uurtarief zomaar verveelvoudigen zouden kunnen

waarom mag je niet vinden dat het geen zin heeft je op te vreten over de vraag of het ooit gaat werken? – hans van willigenburg

het maakt niet uit wat ik doe
als het maar uniek is
en ik erin blijf geloven
kan het niet anders
of er komt een moment
dat het ontdekt wordt
en de hele wereld het wil zien
het heeft geen zin te piekeren
wanneer en of het zal gebeuren
dat unieke
afdwingen kun je het niet
wie zegt dat achter de geraniums zitten gapen
niet de ideale opmaat is?
wie?
nou…?

‘vooroordelen’
mompel ik

‘gemakzucht’

omgekeerd t-shirt – pallas van huizen

Ze trok de gordijnen recht.­

De snijdende communicatie, een radio door de dag.­
Misschien zijn tomaten toch geen groente.
Uit medelijden verpulvert hij uienschillen vol onbegrip.

Als pratende katten tegen bolle zeilen.­
Er is niets dat hij niet zou willen doen.

Fluistert zij voorzichtig tegen de wasmand.­

Waarom de groentesoep koud stond te worden,
de kaarsjes al een half uur gedoofd waren,
het geluid van de tv uit stond.­

Alleen in stilte hoor je pas hoe leeg het is.

 


YouTube: omgekeerd t-shirt – pallas van huizen

* – erik-jan hummel

alleen je binnen te laten is
een dag werk, want ik denk
de hele avond de hele dag

telkens komt het op mij aan
alsof jij niet bent, en dat
ben je ook nog niet, en toch

dat je helemaal niets doet
als ik je beroof, dat niemand
me tegenhoudt als ik links

loop of schreeuw op straat
het is teveel, ik mag teveel
en niemand zegt waarom

of waar of hoe of waardoor of

uitgedacht, afgemat, nog voor
het fornuis me roept en het
gehakt het koud heeft en het

bed mijn opgevouwen vormen
mist, de klok die me dwingt
althans iets te kiezen

alsof het hele huis me klaar
wil stomen je binnen te laten
om me zo te lozen, en me zo

te dwingen mens te zijn, en
alleen je binnen te laten is
al een verzoek of ik binnen

mag treden en dat we als je
blieft even samen mens zijn
want alleen is het me te veel

meneer – jacob van schaijk

morgen is verleden tijd
terwijl vandaag nog moet beginnen
en gisteren wel nooit zal komen

er is alleen een vlinder die fladdert
een herfstblad
dat dwarrelt in de wind

haar kromme handen grijpen mis
waarom ze huilt kan ze niet zeggen
ik zing een kleuterliedje

ze laat een foto zien van hem
of ik die nog ken
ze weet niets van een kastanjeboom

wie ik ben, ze heeft geen idee
maar met een kus is ze toch blij
en glimmend zegt ze dag meneer