Resultaten voor het trefwoord silvia

soomerki – silvia

ritselflitsen en radarvliegers
bewoners van de zomernacht
een uil, hoog in zijn ivoren toren
geduldig tijd verbeidend, wacht

en in het krekeldal van oude dromen
weerklinkt een lied van nieuwe hoop
dek ik je toe met fluisterkozen
tot morgen, lief, slaap zacht

rest enkel as – silvia

behoedzaam betreedt ze de stilte
die zich uitstrekt over het hele huis
onheilspellend dreigen zwarte wolken

voorbode van een onontkoombare storm

de vonk die ze bij zich draagt volstaat
om heel haar wereld te doen ontbranden
ze speelde met vuur, flirtte met gevaar
straks rest enkel as om zich te warmen

en gaandeweg – silvia

en gaandeweg ga je zien
wat duidelijk was van meet af aan
maar dat je niet begrijpen wou
omdat je in sprookjes bleef geloven

en gaandeweg leer je luisteren
naar het stemmetje dat de waarheid spreekt
de leugen, zoveel zoeter toch,
is niet meer door te slikken

want gaandeweg valt het masker
wordt het ware gelaat getoond
tijd om ballast te lossen
en je gaat verder, alleen, vrij

haar mond lacht – silvia

sneller dan ze hoopte en feller dan verwacht
wordt elke vezel van haar lijf verscheurd
en terwijl lippen plooien tot een lach
verdrinkt het hart in niet gehuilde tranen

het zoete zout van verboden hartstocht
vult haar beker met gal van spijt
verborgen verdriet om gestolen liefde
kent geen troost

het zacht zingen van de zaag – silvia

hij snurkt
eentonig maar vastberaden
het zacht zingen van de zaag
onderbroken door een diepe zucht

zijn logge lijf buikt uit
toonbeeld van te veel, te lui, te weinig
een drup kwijl ontsnapt
sneuvelt in zijn harige kin

vertederd aai ik zijn stoere snor
het snurken gaat over in zacht gespin

de plaats die keuken heet – silvia

ze draagt nog de naam maar de faam van weleer
vliedt weg in flarden van herinnering
het fornuis gedegradeerd tot meubelstuk
in de kast wordt enkel nog stilte bewaard

moeder kookt niet meer, raakte ’t kwijt
dwalend in de mist die haar hoofd omringt
is onderweg terug naar de moederschoot
geen zorgen meer, voor altijd veilig

thuis – silvia

zondag geurde naar verse broodjes
met chocola uit de grote doos
Douwe Egberts zorgde voor aroma
en vader imiteerde Danny Kaye

de pseudo-strenge blik van moeder
om de apenstreken van mijn broers
ik om de haverklap de slappe lach
en clandestien de kat op schoot

’t was moeilijk eindjes knopen
en ons kasteel stond in Utopia
ik was hier thuis,ik was hier graag
ik was hier zo graag thuis

machteloos – silvia

vergeefs zoek ik de glans in haar ogen
gedoofd door het monster
dat haar gedachten gijzelt

steeds meer vlucht ze weg
in duurbetaalde slaap die verdooft
maar niet verlost

verliest het gevecht tegen de nachtmerrie
die het zonlicht uit haar dagen rooft
alle liefde die ik geven kan
en nog veel meer
ten spijt

de zolder moet leeg – silvia

de zolder moet leeg
opgetrommelde Titanen
stropen hun mouwen op

we reizen door de tijd
raken verrukt, verrast, vertederd,
verwonderd, verliefd, verloren
en onder ’t stof

de vorige eeuw geeft een jurk prijs
ik trek haar aan en zonder spiegel
zie ik een jonge vrouw van twintig
voel me honderd

en ik zal – silvia

als je doodgaat
zal ik je zoeken
in elke kamer
ieder huis
elke stad
zal ik je zoeken
zal ik je zoeken

en ik zal je roepen
bij het vallen van de avond
in het duister van de nacht
bij de glorie van de morgen
zal ik je roepen
zal ik je roepen

en ik zal treuren
met je foto in mijn hand
als ik vlucht in je ouwe trui
voor de oorverdovende stilte
zal ik treuren
zal ik treuren

en dan, dan zal ik huilen
in je kussen dat koud en onbeslapen blijft
om wat ik niet genoeg beseft
en nu voorgoed verloren heb
zal ik huilen
en ik zal ontroostbaar zijn