plooibare zesde naamval
niet meer zo maar
van je zelf mooi en vrouw
onbevangen vooroverbuigen
praten met armen
en benen ook
rimpelloos
alles prima voor elkaar
en over
daar komt
gekruist de ledematen
de ablativus absolutus
eerste vreemde rouw
om de ontrouwe syntaxis van lijf en leden
bij toeval zie je in oneigen ogen terug
de rimpeling
zeg maar gerust
royaal meanderend het craquelé
tussen wat je zelf nog altijd glad denkt
is het voor ieder ander zichtbaar
zo zien ze je
jij ziet alleen je eigen jongere verleden
Toelichting: herplaatst op DichtTalent november 2009. Voor Marjolijn Februari
Recente reacties