Mijn buren
komen uit Somaliƫ en
hebben een manier ontdekt
om elkaar te tonen
hoeveel ze van elkaar houden
de 1 gunt de ander de sleutel
van het portiek niet
en de ander gunt de 1
de voordeursleutel niet
dus de post verstoft
beiden hebben maar 1 sleutel
van iets wat niet werkt
niemand belt meer aan
en ik draai de muziek
zo hard als ik kan
Resultaten voor het trefwoord post
Sinds ik de boomgaard beheerde,
vat ik ook in het hart van de stad,
omgeven door grimmige winters,
post onder een boom.
Laten zich mijn gedachten vertakken,
mijn herinneringen bloesemen,
laat zich hars uit de snijwonden lopen.
En niets deert in het tranen,
slechts de tijdlijn verkeert,
ik ben oud met de oudsten,
verjong met de voorbeeldige boom,
tel als de boer mijn gezegende kloten.
mijn dag begint naam loos met krijt
op de lippen likt het de blauwgeruite
hemel af op zoek naar bestemming
het kiest dan het overige gaat
door zakken machines en handen
mijn dag arriveert op de plaats
van bestemming een vrouw scheurt
de nacht een vrouw vouwt mij open
en leest het begin ziet dat ik
naamloos ben ze schrijft me op
ze zegt dat ik het ben op wie
de wereld wacht ze vindt me heel
bijzonder vandaag en morgen is
er weer een dag die liefde heet
om open te vouwen te lezen en
door te sturen naar een ander.
Ik wandel over
de lijnen in je gezicht,
struikel haast
en post een gedachte:
De envelop gekleurd
met bijenwas
Ik red de uren
uit de dagen,
breng ze aan de kant
van mijn herinnering.
Droog ze af,
geef ze water.
Ik verzon je omdat
ik eenzaam was
Ik schrijf over alle
wegen naar je vader,
over hoe hij almaar
stiller werd
Ik verveelde me nooit,
ik had in jou
een vriend, met jou
altijd een later
Doe je niet zomaar. Daar moet je wel de huur
van laten versloffen, maar niet teveel. Het balkon
barricaderen, weken met mate eten, drinken opdat
je net je lippen nat houdt. Maar vooral stil zitten,
alle middelen tot communicatie uit laten doven
met de kaarsen. Af en toe de post open maken,
erwtensoep uit blik opwarmen, pissen in de krantenbak,
en dat als nieuws de wereld in flikkeren.
Je moet ze schrijven dat het nu te laat is.
Dat er niets te redden valt. Dat je een bent
met de kakkerlakken. Dat het wel mee valt
in de hel van stront en bloed en slijm,
maar dat je zo graag nog eens zou
willen braken van een aspergemenu;
zwezerik zou willen vreten, truffels zuigen,
dat je nog eens ooit een vrouw.
De nacht bracht
vertier en glazen
tot de rand gevuld
en onder het dons
roken onze armen
nog naar het koper
eenmaal thuis
was alles weer
bij het oude
post en natte kranten
en een geur van
weken weggeweest.
Haar nog maar niet bezoeken,
dacht hij, toen hij niet
in de auto stapte,
maar thuis bleef en de post
ongeopend verzamelde en
na vijf lange dagen
retour afzender zond.
Recente reacties