Resultaten voor het trefwoord oktober

ufo – jules grandgagnage

In de nacht van drie op vier oktober
nam ik je waar
Je vloog zo laag
dat ik je kon grijpen

Drie whiskies lang probeerde je vergeefs
je hitteschild te koelen

Terwijl ik zoetpratend naderde
viel je radar uit
en begonnen al je boordinstrumenten
te flikkeren

Ik sloeg toe
voor je opnieuw controle kreeg
over je zwalpend toestel,
dwong je met zachte hand te landen
op mijn bed van vers gestreken lakens

Eén voor één doofden je lichten
brandden je weerstanden door
maar nergens in die kleurige bedrading
vond ik je:

Je bleef verscholen

constantijn – richard kamsteeg

Vijftien minuten wandelen van Amsterdam Centraal
naar Rusland is een tijdreis.
De stad neemt mij in zich op,
zonovergoten en zomers warm,
jassen hangen over schouders en stoelen,
de straten zijn te smal, terrassen puilen uit
van ongeloof – het is oktober.

Wachtend voor je voordeur, de telefoon al in de hand,
voel ik je aanwezigheid en draai me om.
Wij lachen vrijuit als kinderen
om de diepe blijdschap die wij voelen
en het speelse plezier van het besluipen.

De geur van vers brood begeleidt me
op de weg naar boven
en ergens tussen straatniveau en dakterras
moet de stad vervaagd zijn tot geroezemoes.

Alleen het heldere geluid van klingelende trams
en de klokken van de Zuiderkerk
verbinden ons nog met het nu
waarin de lunch thee wordt en de thee wijn
en de draad van het gesprek zich voegt
bij het web dat ons al zo lang bindt.

Gerimpeld als we zijn:
tussen ons bestaat geen herfst.