Resultaten voor het trefwoord lijf

[31-003][2002] – pastuiven

oculus I

en ik zei:
bouw mij treden
plaats daarop uw doden
opdat zij opstijgen kunnen
naar het zonnekaros

en zo gebeurde
overal op de aardbol:
treden naar halverwege
waar mijn bark meert
en de doden meeneemt

en alras mijn hallen te vol
ik scheidde geest
van overbodig lijf
zo ontstond het
Pas Theos

maar Gelijken waren zij niet…

streling – wim de roo

behaagO was ik maar de kus
die zachtjes op je lippen drukt

de mond die al je haar
met huid en al

bezaait met zoenen
en dat ik dan die zoenen was

behaagziek als geen ander
of de tong, zo lekker diep en geil

terwijl ik ook de armen ben
waarin je zachtjes wentelt –

ja, zelfs de streling
zou ik willen wezen

over heel je naakte lijf

van hot naar her – iniduo

mijn honger naar genade
laat mij verlangen
mijn verlangen
laat mij vluchten
mijn verleden vlucht
naar verre bestemmingen
mijn vergeten
laat mij herinneren
mijn toelaten
laat mij verlaten
mijn navel
laat mij staren
mijn gedachten
laten mij dwalen
langs het gewichtloze
van mijn gewicht
en mijn luiheid
van lijf en leden
doet mij vervagen
door mijn blindheid
voor het hier en nu

tijdens mijn eerste zelfstandige huiduitstap krijg ik onverdiend een zoete naam – delphine lecompte

Meer dan tien rode wekkers staan stil op mijn geboorte-uur
De uitbater van de wekkerwinkel zegt: ‘Toen je vader
Nog een leeuwentemmer was heb ik zijn leven eens gered
Met een afgebroken cherubijnvleugel, hij was nauwelijks dankbaar!’
Bijna elke dag wordt de ondankbaarheid van mijn vader mij aangewreven.

Ik verlaat de winkel met een blauwe wekker
Die mij wijsmaakt dat ik tien minuten te laat ben voor mijn huidanalyse
In de wachtzaal ben ik het enige zoogdier zonder hoogtevrees
Uit verlegenheid doe ik alsof ik mij in mijn brooddoos verdiep
Mijn grootmoeder heeft mijn brooddoos gevuld met marsepein en Mondriaan.

Orthogonale postkaarten en marsepeinen ramshoorns
Wanneer ik aan mijn geboorte denk prijs ik mij gelukkig
Dat mijn helse moeder toevallig bezoek had van een dappere loodgieter
Hij was dapper genoeg om mijn moeder KO te slaan
En mij uit haar lijf te snijden met een sierlijke kromsabel.

In de behandelkamer van de dermatoloog vraag ik met bloot bovenlijf
Of mijn naam wel bij mij past
De dokter antwoordt: ‘Ja, ja, Melissa is een hele mooie naam.’
Ik verbeter hem niet, ik wilde altijd wel eens Melissa heten
Het enige pretpark waar ik nooit word aangerand heeft een honingthema.

Wanneer ik terug ben in het huis van mijn grootouders ben ik nog altijd zoet
Ik geef de blauwe wekker aan mijn jarige grootvader
Hij aait mij en vraagt: ‘Waarom heb je gisteren mijn lievelingsmasker verbrand?’
Het was een spottend vruchtbaarheidsmasker met vier slagtanden, maar ik zwijg.

jij – jacob van schaijk

jij kunt dansen als een zwaan
die sterft in een meer, met blote
handen water uit de rotsen slaan
en naar de hemel klimmen langs
het scherpste prikkeldraad

op je weg liggen rode druppels
die vielen uit je ogen toen je
me aankeek zonder het te weten
je handen groeven in mijn lijf
ik schreeuwde van geboorte

als ik met houtskool een
opzet maak voor je portret
hoor ik het dichtslaan van een deur
ik weet niet of je gaat of komt
niet of je werkelijk bestaat

waarschudding – martin m aart de jong

ik zei nog als de dag het doet de dag het doet dan is het goed wat mij betreft er hoeft niets worden recht gezet hangt china scheef dan hangt het maar en hou het op denk aan elkaar je moeder en je vrouw je kinderen zet komma’s neer tegen verval praat door en consumeer hou de tijd in de gaten stop bij tachtig blaas je adem uit ga liggen trek de aarde als een dekbed om je heen dit leven is een maximaal instelbaar streven een dichter heeft een stipnotering nodig om gezien te worden als je opvalt ben je iemand als je door blijft struinen in de ren ben je af naar de lopende band gaat tok je kop eraf je lijf gedeeld en diep gevroren je bent je was je bent je was kies zelf maar maar zeg niet dat ik je niet gewaarschud heb jij kwam hier voor dit leven.

schoon schip – mark kalsbeek

Het kolkt in mij,
verwoestende liefde klotst
en maakt mijn lijf zeeziek.

Misselijk hang ik over de reling
kijkend naar een klein meisje
dat verdwaalde in haar dromen,
zich verslikte in een te grote vis
– waarom vertelde niemand haar
dat er nog graten in zaten –
en schepen achter haar verbrandde.

Wrakken bleven, diep verzonken,
spookpiraten morrelden aan het gouden slot.
Zij hield haar juwelen vastberaden boven water
wachtend op de dag
dat ze genoeg waard waren
om haar eigen oceaan te kopen.

moeilijk doen over schoonheid – jos van daanen

Ik spiegel je op een linnen doek, een tule
over je gezicht dat te mooi is voor de waarheid.

Dan kopieer ik de lijnen, zoek naar de kleuren
en verander subtiel wat je lelijk vindt aan jezelf.

Geen woorden, die hebben veel te weinig zin
zolang je geen stem en geen ideeën hebt.

Geen muziek, want je danst niet zonder lijf
en om te dansen is dat toch een harde eis.

Pas als je af bent, gooi ik de foto weg
en wacht ik geduldig op je komst.

aan hafid bouazza – maaike klaster

geboren te Oujda, Marokkko
woonachtig te Amsterdam, Nederland
 
 
Lieve Hafid, dronken lor.
 
Waarom mag ik dat niet zeggen?! Het is toch zo?
Aan iedereen die nu thuis hardop zit te denken: Wat een bitch! –
dat klopt, ik ben het grootste kutwijf dat je op deze aardbol ooit
tegen het lijf zult lopen. Daar krijg je bibberknieën van, hè?
Mooi zo.
 
Terug naar jou Hafid, lieverd, waarom drink je zo?
Geslagen door het leven, m’n reet. Je werd geslagen door je vader
en dat is al erg genoeg, maar dat is geen excuus om, nu je zelf
volwassen bent, met dezelfde haat om je heen te slaan. Je bent geen
klein kind meer; je bent een N.S.M.A.N.N. (zoek maar op, mensen)
en er zijn zoons die naar je vragen. Kom dus maar op met die flacon
absint. Ik weet dat je die daar bij je draagt. Echt.
 
Herinner je je ’t Schuim nog?
Jij zat pilsjes aan elkaar te rijgen alsof het een kralenketting betrof
terwijl ik naast je op een barkruk aan de thee zat en naar je luisterde.
Wij deelden een jointje, waarna jij je terugtrok op het toilet, met een
geheimzinnige fles, om daar te doen waar het werkelijk om ging,
want absint, dat is een hallucinogeen van andere kwaliteit. Maak dat
de kat wijs, lieve schat!
 
Nu zie ik dat je stukjes schrijft op de weblog van een ander. Pardon?!
Waar is Shakespeare’s ganzenveer gebleven, die vergulde pen?
Je schreef zo mooi en nooit zonder te dromen, groef naar je eigen stem.
 
Ik was al fan van jouw werk nog voor wij elkaar voor het eerst de hand
schudden en ik – omdat ik jouw gezicht ergens van kende – dacht dat
jij misschien een vaste klant was uit het restaurant waar ik werkte,
wat dus niet zo was, en jij aan mij vroeg of ik dan toevallig Mohammed
die salades maakte, Mohammed met de aambeien kende en ik zei:
“O, díe Mohammed! Ja, die Mohammed ken ik wel.”
 
Toen kon ik nog met je lachen en dat zegt wat. Nu zit je jezelf en
iedereen die iets met jouw afkomst te maken heeft spreekwoordelijk
onder te schijten en dat doet me pijn, want zo blijft er uiteindelijk
ook niets van jou over, Nederlandse Schrijver Van Mijn Hart.
 
Ik wil Abdullah terug en niet alleen zijn voeten. Wil jij hem voor
mij zoeken? Je had gelijk hoor, jij was nooit mijn hoeder en ik ben
niet jouw moeder. Je bent mijn bloedeigen, Marokkaanse broeder.
 
 
Veel liefs,
Maaike
(Nu niet weer mijn naam vergeten. Ik heb de jouwe ook altijd geweten)

promovendus – maaike klaster

Met een paal in je broek ten onder gaan,
knock-out geslagen worden. Dat is de kracht
van een vrouw die niet bang voor seks is, niet
vies is van haar eigen lijf, en jij maar doen of
je mij niet ziet, maar toch stiekem naar mij
kijken. Kijk naar je eigen wijf!!!!

De smerigheid waar jij mij mee achterliet,
alsof je met een hoop stront onder je schoenen
mijn huis binnenliep om mij vervolgens te
vertellen dat mijn huis voor jou niet schoon
genoeg was en ik als vrouw, als mens, niet
deugde, heb ik grotendeels weggewassen, met
water, zeep, geschreeuw en tranen. Dat was het
wel zo’n beetje. Nu ervaar ik voor het eerst in
maanden mijn oorspronkelijke vreugde weer.
Goddank, en jij ook bedankt, Meester in de
Drogredenen. Over die retoriek van jou – eerst
zeggen: “ Zullen we koffie drinken?” en dan
roepen: “Ik ga jou helemaal niet bellen, want ik
heb al een relatie!” – kan ik een dissertatie
schrijven waar ik als Novice in de
Argumentatieleer direct op promoveer. Liegen
doe ik niet. Ik heb het, net als jij, allemaal zwart
op wit.

Mij aan het huilen maken en mij dan, terwijl je
de deur in mijn gezicht dichtsmijt, verwijten
dat ik mij als een slachtoffer gedraag; dat mijn
energie “niet zuiver” is, daar kan zelfs de grootste
Professor in de Neerlandistiek niets mee.
Daarvoor moeten wij overschakelen op
Geschiedenis en Politicologie – als die studie nog
bestaat – want zo’n uit haat geboren filosofie,
daar zijn Hitler en Mussolini groot mee geworden.
Om nog maar te zwijgen over het feit dat jij de
zaken – voor de zesde keer – om wist te draaien en
beweerde dat ik om iets heel anders huilde dan ik
deed. Hoe kom je daar toch bij, en hoe haal je het
in je hoofd om mij telkens terug te duwen in de
handen van mijn vroegere verkrachters om dan te
zeggen: “Ophouden met huilen, kreng!” ?
Wat ben je dan voor een mens? Hoeveel
verkrachtingen heb jij meegemaakt toen jij klein
was, en zeg je dit soort dingen in gedachten ook
tegen de kinderen die te grazen zijn genomen door
Robert M.?

Er is maar één logische conclusie die ik uit dit
treurige en totaal onnodige verhaal kan trekken:
in tegenstelling tot wat jij zelf beweerde, ben jij
niets gewend.