Resultaten voor het trefwoord leiden

[31-030][2029] – pastuiven

mijn Rattuaanse periode
gekenmerkt door Calimeroëske spraak
loopt ten einde

ik bespeur een geschiftheid
die klaren zal
in welk huis ik
vertoeven zal

Ursidae, Galliformae of Apodemae
is mij om het even
het changement
zal mijn Via Dolorosa
doen leiden
naar een ander vista
dat in de verte al kimt

abstract – jelou

Je stelde mij een vraag,
zo eentje die heel kort maar
krachtig
zoals je dat wel vaker doet

en ik,
mijn hoofd vertalend in
waarom en hoe het komt
dat dingen zo gebeuren,
verdwaal in duizend zinnen

van hoe het nu
en voordat je geboren,
waar toen de zon en ik de
weg insloeg die leiden zou
naar wat ik wilde weten

hoe jij dat zou
wanneer jij vroeger was
en ik net andersom

zo eentje die heel kort maar
krachtig
zoals je dat wel vaker doet

verzuchtend met een lach
dat één zin al voldoende.

vanwaar je atheïsme? – walmzand

er zijn vogels in de Hemel
af en toe vliegt er één naar omlaag
waar ik ben
en beroert

zij laten zich niet leiden
zij kiezen
jou, hem, haar, hen
en mij
een atheïst die gered moet worden?

ik ben God, iedereen is God
God is dood bestaat dus niet

vanmorgen zag ik een zwerm
ik sloeg nauwkeurig gade
hun prooi was een ander
ik hunker vandaag…

een supermarkt in leiden* – martin m aart de jong

Wat denk ik aan jou vannacht Herman Gorter
want ik liep over de stoep vandaag
met een kater, schuldbewust kijkend
naar de volle maan.
In mijn hongerige moeheid
en winkelend naar beelden
ging ik de fruit verlichte
supermarkt binnen,
dromend van jouw vergelijkingen.

Wat een perzikken en penumbra’s
hele families uit winkelen
vannacht. De paden vol echtgenoten
vrouwen in de avocado’s, kinderen
in de tomaten! –en jij Vincent van Gogh
wat deed jouw neus in de watermeloenen?

Ik zag jou Herman Gorter, oude
starre saloncommunist,
porrend met je paraplu
tussen de kippetjes in de vriezer
je blik op de verse meisjes.

Ik hoorde je vragen stellen. Wie houdt
er van bananen, wie eet er een hapje mee vannacht,
ben jij mijn engeltje?

Ik zwierf tussen torens van kleurige blikken
ik volgde je en mijn verbeelding werd achterna
gezeten door de winkelbeveiliging.

We liepen gebroederlijk tussen de schappen
in onze gedeelde eenzame liefhebberij
proefden we artisjok, bezaten we al
de ingevroren lekkernijen
en kwamen we de kassa niet voorbij.

Waar gaan we heen, Gortertje? De winkel
sluit binnen een uur. Waarheen wijst je vinger
vannacht, naar links of naar rechts?

(Ik raak Mei aan en droom van onze
zwerftocht in de supermarkt, ik voel me gestoord)

Zullen we de hele nacht door eenzame straten lopen?
De bomen stapelen schaduwen op, de lichten gaan uit
in de huizen. We zullen allebei eenzaam zijn.

Zullen we verder dwalen, dromend
van het vergeten Nederland van netheid
en orde, liefde voor de natuur
voorbij rijen auto’s op parkeerplaatsen
op weg naar ons lieflijke bungalowtje
in het groen?

Ach dichtertje, mislukte politicus
met je rijen vol vergelijking
wat voor Nederland had jij
toen je van de bergen in elkaar stortte

en je er vandoor ging, met pijn
in je hart op weg naar dit land

en je verdween met al die ongeschreven maanden.

 

 

 

* vrij naar “a supermarket in California” – Allen Ginsberg

cornelis ouwehand – andries kwakman

visser, geboren op 07-09-1913 te Katwijk,
overleden op 10-01-1995 te Katwijk
op 81-jarige leeftijd, begraven
op 14-01-1995 te duinrust katwijk,
zoon van Cornelis OUWEHAND (zie XIV.502)
en Neeltje REMMELZWAAL.
Gehuwd op 27-jarige leeftijd
op 12-11-1940 te Katwijk
met Arendje Jacobsd van der BOON,
20 jaar oud, geboren op 08-09-1920 te Katwijk,
overleden op 22-11-2005 te leiden op 85-jarige leeftijd,
vader jacob arbeider moeder arendje de vreugd.
Uit dit huwelijk:
1. Cornelis OUWEHAND (zie XVI.1069).
2. Arendje Neeltje Geertje OUWEHAND, geboren te Katwijk.
Gehuwd met Maarten MEIJVOGEL, visser/nettenboeter,
vader maarten zeevisser moeder elisabeth van der wiel.
3. Gerard OUWEHAND (zie XVI.1073).
4. Jacob OUWEHAND (zie XVI.1075).

leiden – frido welker

zo zonder zit ik dan
in bed, stiekem
te liggen
en te liegen
waarover
weet ik nog niet
het komt er wel op neer
aan het einde

de dag ook gestopt
met dag zijn
de zon desondanks
schijnen blijvend
de hele nacht door
lege hemels verblijden

in perspectief:
uren zonder invulling
geboetseerde tijd
vormloze klei
ook aan het einde,
na het bakken,
alleen scheuren
nog altijd niets

morgenochtend
sta ik stiekem op
ga lopen
(meer dan ijsberen
alleen) ik ga
lopen zonder
lichtstralen
Leiden zover Leiden kan