Resultaten voor het trefwoord kobus carbon

het einde – kobus carbon

Ik voel me als een geranium
in het vruchtwater van de vrouw van mijn dromen
Ik ben gearriveerd waar ik wil zijn,
maar ik ben er nooit gekomen.

De rozen blik die naar buiten straalt
herbergt van binnen anciënniteit.
Die als een donkere grijze wolk
de ochtendzon naar de achtergrond verdrijft.

tenminste houdbaar tot… – kobus carbon

Ik voel me als een erwt in een blik
geconserveerd door de dingen om me heen
Terwijl ik het liefste wil rotten
tot een pusserige, slijmerige drap.

Houdt de omgeving me vers en knapperig
De tijd tikt maar door sinds ik gedolven ben
uit het zaad van mijn vader en het ei van mijn moeder
wacht ik,

Als al het andere wil ik vergaan in
de zinloze toekomst van het evenzo zinloze leven
in het zo zinloze bestaan, waarvan ik het etiket
“Tenminste houdbaar tot…” niet goed kan lezen

“Tenminste” staat er in ieder geval op dus
ja, misschien duurt het nog wel langer.
Ik leg me er bij neer, en accepteer dat
mijn rotting nog lang uit blijft, ook al wordt het alsmaar wranger

En dan denk ik vaak, wat maakte mij een erwt?
en ben ik daardoor voor mezelf zo hard in plaats van slap?
Dus dan sluit ik mijn ogen en droom ik
van een bestaan als abrikoos op sap.

bridge over the river maas – kobus carbon

Met rood oranje bekleed sta jij
Fier met rechte nek in jouw stad om tien over zes
Terwijl ik je gade sla van tweeëntwintig hoog
Overmand met de warmte die de rijzende zon jou nu toedeelt

Zie ik hoe de maas onder jou door paradeert
In een willekeur van sensaties net als de diversiteit
Van het volk dat jou bemint.

Met woeste witte wolken kolken haar dijen langs jouw peilers
En langs de kade klotsen krommen haar vingers omhoog alsof ze je wil omhelzen
Haar buik glijdt sensueel onder de jouwe door
Al strelend jouw gewelf met het ochtendgloren dat op haar lendenen weerkaatst

Onverblind kijk jij trots tevree uit over jouw stad
Met tranen, tranen van geluk voed jij jouw Maas
Jouw liefde, jouw hart, jouw bestaansrecht.

Verzorg jij de vaste vrije overtocht voor jouw vrienden,
vijanden en volk van water en schepen, van lange reizen,
van handel en geld met zwarte handen van smeer, olie en kolen
is de rauwheid en noeste arbeid in jouw schoonheid verscholen.

En gerust aanschouw jij hoe jouw kind ontwaakt
En in de weerkaatsing van jouw borst zie ik je hart denken
Dit is mijn stad, je pronkt, dit……is mijn stad.