Met rood oranje bekleed sta jij
Fier met rechte nek in jouw stad om tien over zes
Terwijl ik je gade sla van tweeëntwintig hoog
Overmand met de warmte die de rijzende zon jou nu toedeelt
Zie ik hoe de maas onder jou door paradeert
In een willekeur van sensaties net als de diversiteit
Van het volk dat jou bemint.
Met woeste witte wolken kolken haar dijen langs jouw peilers
En langs de kade klotsen krommen haar vingers omhoog alsof ze je wil omhelzen
Haar buik glijdt sensueel onder de jouwe door
Al strelend jouw gewelf met het ochtendgloren dat op haar lendenen weerkaatst
Onverblind kijk jij trots tevree uit over jouw stad
Met tranen, tranen van geluk voed jij jouw Maas
Jouw liefde, jouw hart, jouw bestaansrecht.
Verzorg jij de vaste vrije overtocht voor jouw vrienden,
vijanden en volk van water en schepen, van lange reizen,
van handel en geld met zwarte handen van smeer, olie en kolen
is de rauwheid en noeste arbeid in jouw schoonheid verscholen.
En gerust aanschouw jij hoe jouw kind ontwaakt
En in de weerkaatsing van jouw borst zie ik je hart denken
Dit is mijn stad, je pronkt, dit……is mijn stad.
Recente reacties