vlak naast de mooiste vrouw in het gezelschap
vliegen pelotons aan dromen stuk tegen een onzichtbare glaswand
ze praat niet ongewoon
niet grof
niet gespannen
niet doelgericht
ongewoon is slechts hoe zij jou laat voelen over jezelf
– zeldzaam nietswaardig! –
met je grove fantasie
en je gespannen smeken om haar goedkeuring
als ze wegloopt
kijk je haar stap voor stap welving voor welving na
reeds nostalgisch naar de koorts van een kwartier geleden
voordat ze in je ogen keek
voordat ze in de stijl
van een volleerde baliemedewerker
rustig en in alle ernst
tegen je zei
dat haar fundamentele opdracht in het leven is
meer onderling begrip te kweken tussen mensen bla bla bla
Resultaten voor het trefwoord fantasie
een beeld van vrijheid
in een open auto met plankgas
en wapperende haren
over ’s heren wegen scheuren
op het strand in de storm worstelen
met de elementen en leunen
tegen de wind
De tunnel door de slaapzak, de zijkasten en lakens
naar het bureau was een avontuur,
een avontuur dat meerdere keren herhaald moest worden,
in zijn fantasie was hij een jedi, en zij zijn jedia,
van moeder mochten we de hele nacht spelen,
maar ’s morgens bij het ontbijt
was de onrust toch voelbaar,
we aten snel cornflakes met yoghurt
en suiker en om 10 voor half negen
stonden we al op het schoolplein,
de moeder van Michel was de enige die er was,
zij en wij hebben alles gezien.
Papa was toch boos geworden.
Voor M.
Ik zal voor je dichten,
omdat de wereld nieuw voor je is
en jij er nieuw in bent
en je ogen rond zijn van verwondering.
Mondjesmaat zuigen zich woorden tot zinnen,
zoals een baard in etappes een grimas raspt.
Ik zou opnieuw willen beginnen,
geloven in de tienduizend dingen.
Wat is er van die trotse gang
tussen hemel en aarde gebleven?
Ik moet gaan liggen om mijn fantasie te leven
in schuilplaats annex spookhuis.
Ik zal voor je dichten,
omdat ik de wereld niet verbeterd heb.
Hoewel wij toen bij uitstek
dat als geboorterecht
ons aanmaten, maar
wij overaten aan idealen,
nestelden in protesten
en vervolgden op oude voet.
Ik zal voor je dichten,
omdat het moment bedriegt;
ik je voortaan tevens zoals nu zie,
terwijl een spiegel links en rechts
maar niet de tijd omkeert.
Gedichten zouden geen moeite moeten kosten
maar als rokerige Blues
uit je stembanden vloeien
Niet nageaapt
van steenharde literatoren
maar angstloze seks
die door vooroordelen boort
Verschuiving van dijen
en longen
vloekend in het schandblok
getypt
voor naakt openbaar
Suiker op een natte huig. Ik wil ze zingen
en vergeten wat mij heeft scheefgepraat
terwijl fantasie mijn deksel licht
Onhoudbaar laat ik me tot bekentenis dwingen
Het leven lonkte vol beloften, maar wat bleek:
De mooiste mokkels vallen op
de grootste schoften.
Ik ben altijd veel te braaf geweest;
mijn leven lang een witte raaf geweest.
Begrijp me goed : Geen spoor van spijt
over alle benen wijd,
noch over het gevloeide maagdenbloed.
Ook zal ik nooit een kwaad woord
zelfs maar mompelen,
over de schatjes die ik weg zag strompelen.
Toch vraag ik mij bij vlagen af,
of mijn leven is geflopt.
Ik had er zoveel meer uit kunnen halen
als ik er meer had ingestopt.
Het blijft maar in mijn brein rondspoken:
Ik heb er lang niet alles ingestoken.
Nu zit ik soms te balen van
de leeg gebleven plekken in mijn dagboek
waar ongeschreven de verhalen staan
van zoet herinneren.
Weliswaar kookt mijn geheugen nu al over;
vergeleken bij mijn fantasie is mijn ervaring pover.
Latifundiaat van de dromer
I
Hoe bepaal je je richting
wanneer je beseft
dat het opmeten van de oneindigheid
tot een onbeperkte indeling leidt…
Aan de aarde gebonden
door het tijdelijke verslonden
deed een profeet konde
van het thuisland
dat hij had gevonden.
De aantrekkingskracht hiervan
was veel groter dan
de zwaartekracht van de aarde,
zijn gerichtheid bleef daardoor graviteren
rond het centrum van zijn verlangen.
Ik houd van de fantasie van mijn dromen
waarin beide extremen bij elkaar komen
fantomen verwaaiende boven uitgestrekte velden
stollende lava in mijn hand.
Een zoon van vader zijn vader zijn zoon is ’t gewoon
alhier komen wij het oneindige toch nader
en is het thuisland niet, gewoon zichtbaar
toch blijkt het ongeschrevene zomaar het meest waar.
II
Laat mij verankerd blijven
in de paarlemoerglans
van mijn innig geluk
stoppen met het strijden
tegen die dwingende
onophoudelijke
angst voor het niet-zijn
die al te zeurende angst
buiten jezelf te vallen.
Het ijkpunt van de geest
bestaat vaak uit gedachten
van hoe het is geweest
zo bestaat ons huidig geluk
uit vele herinneringen
niet uit verwachtingen
van een zo goed als stuk
ideaal, pogen en trachten.
Toch blijft mijn verlangen
naar heelheid ongebroken
en is mijn innerlijk behangen
met blikken van mijn voorouders
wier liefdevolle licht
mij streelt, gezicht tot gezicht
hierbinnen worden zij niet ouder
hier verblijven zij als zojuist ontloken.
III
Het is als een bergtop
door een wolk gestolen
bewaard voor de fantasie
die onverholen illusie
die spreekt door het zwijgen
in mij te beroeren.
Erosie van de droom
suikerkristal berg…
bevroren stroom
tinkel goudgeel
chocolade gesmolten, kolkend naast de weg,
heet dampend
is de bron van mijn opgewekt wachten
op de weg, tegen de berg
in de sneeuw onder een deken
geluiden van een naderend onheil
uit een hoger gelegen bos
waar tussen de bomen
het licht bleker
en de lucht ijler is
de slede wil voort
omhoog vanuit de duisternis.
Door uitwasemingen,
ragfijne etherische wolkjes
lucht-paard-lucht
werd ons vertrek aangekondigd
en het geluid
van het traag tikken
der hoeven
door sneeuw geabsorbeerd.
…nu loopt de slee
met de paarden van de bladzij
en het ik van de dichter
er achteraan…
IV
Geborgen in de schoot
van de liefde, die hem omsloot
danste hij, zong hij blij
van zijn aanstaande dood
een vlinder gevangen
in een net
met een speld op zijde
gezet.
Vanitas vanitatum
de blinkende toekomst
en brullende volzinnen
van Freudiaanse versprekingen
bonkten op zijn schaal
een klank die van binnen niet dooft
door zijn spreken in metataal
een koninkrijk terug geroofd.
Land dat was vergeven
niet steeds een droom gebleven
door een eenling slechts gehoord
was er wel sprake van zulks een gesproken woord
velen deden in de ban
wat werd geboren uit nood
was als een nomade
die een weide ontsloot
en boven het heet zand
al trillende in de lucht
verscheen daar het thuisland.
Daar achter de bergen
voorbij de baai van Eden
woestenij van verlatenheid
hoe zonderling dat hier
een houten stok rotsen splijt.
Vochtstippen verschijnen als voetstappen in het zand
paarden met witte benen passeren zonder tol
daar zij aan het spirituele zijn verwant
het geestrijk functioneert niet zonder toverknol.
V
Ik dacht mij een zee van kleur
een land waar ik gedragen werd
door de liefde van zijn eigenlijke eigenaar,
latifundiaat van de dromer,
die onzichtbaar
toch overal voelbaar
de gouden stenen van de straat
hun glans gaf.
In de morgen was voor een moment
ontloken de wederom gesloten bloemknop.
Estivatie hield verborgen, hetgeen
ontluikt in het helder licht van de morgen.
Zinnebeeld van de blauw-bloedende stad
lusthof vervult van een meerstemmig gezang
hier groeit hoe-langer-hoe-liever niet van zoet naar wrang
in zijn ontkenning doet hij zijn belofte gestand.
VI
Aan de aarde gebonden
door het tijdelijke verslonden
deed een profeet konde
van het thuisland
dat hij had gevonden.
Uitgestrekt in de ruimte
een rivier ter rechterzijde
grienden ter linkerzijde
de lucht, zacht blauwzilver
ligt onaangeraakt wit
een ondergesneeuwde weg
dit ongetreden pad
zou het best onbegaan blijven
rustende in het land
waar de aanwezigen verborgen zijn.
Achtervolgen, wat net de hoek omgaat vangen
wat uit je handen glipt.
Samengeperst verleden heden toekomst in
beelden, heftig en zacht vloeiend tegelijk
de geest in verwarring brengt, stokt
door plas en dorst, zich weer herneemt met
onuitputtelijke kracht en fantasie.
Ik raak ontworteld net voordat ik wakker word,
de herinnering zet mijn dag op het verkeerde been
uit bed gestapt weet ik, dat achteruit leven
niet bestaat. Het water van de douche valt
onverstoorbaar naar beneden,
mijn voeten als laatste getuigen van de
wegebbende beelden van de nacht.
Recente reacties