Ze was een eenvoudige tangodanseres op de boulevards van Habana. Het kon haar niet veel schelen of ze dronk op kosten van de baas of van haar vriend. Een echte wereldster zal ze nooit worden, maar de illusie dat het zou kunnen hield haar staande. Elke dag danste en danste ze erop los, niet houterig, niet stijf, maar bijzonder op haar eigen manier. De mannen van de club kenden haar wel een beetje, ze had ooit een borrel gedronken met de leden van boven. Daarna danste ze nog wel, maar het was toch anders. Achter de make-up en de gladde heupen ging opeens een ziel schuil, een ziel die eruit wilde, weg van de mojito’s, de sigaren, de slaven, ze wilde hogerop, maar ja; Hoe? Dat wist ze niet en er was niemand die het haar kon leren.
Resultaten voor het trefwoord baas
Snakkend naar een snack
worst uit een zak
kip uit een vitrinekast
Een snelle hap,
want haast
Een vette bek
van snackbar Het Gemak
Het kookproces versneld
want tijd is duur. Tijd is geld
dat wordt verteld
Ook door de baas
die ook een baas heeft
en die ook
Dus welgeteld
raak ik al snel verhit
totdat ik bijna kook
Liever maak ik op het vuur
mijn vader’s vleesbouillon
die misschien iets meer kost
Ik roer gedachten loos
tot alles helder is
en vanzelf opgelost
Ooit, het zal in 2006 zijn geweest – kijk het maar na –
werd ik uitgenodigd door mijn toenmalige baas om bij
haar in de tuin het glas te komen heffen op de tachtigste
verjaardag van Fidel. Castro dus. Dat vond ik vrij komisch.
Nee, ik ben niet gegaan. Uiteraard.
Een andere uitnodiging waar ik wel om kon lachen was
geen uitnodiging, maar een aanzoek. Van een wildvreemde.
Op een bushalte, middenin de nacht. Deze man wond er
geen doekjes om, vroeg mij vrijwel meteen ten huwelijk en
hij meende het echt. Zo naarstig was hij op zoek naar een
verblijfsvergunning. Ook toen heb ik nee gezegd.
Een derde uitnodiging die geestig, maar eigenlijk om te
huilen was, kwam uit onverwachte hoek. Mijn vriend destijds
vroeg of ik alsjeblieft wilde kijken naar hoe ik mijzelf in de
toekomst zag, en ik verbaasde mij erover dat hij niet op de
hoogte was van het feit dat ik er geen een had. Zelf zag hij
zich als vader aan de vaat voor een raam staan met buiten in
de tuin een baby op een kleedje. Dat vond ik vreemd, bijbels
bijna, want met wie had hij dat kind gekregen? Niet met mij,
dan had hij dat gezegd. Misschien dat hij in zijn fantasie een
soort mannelijke Maagd Maria was die de Heilige Geest had
bevrucht. Toen ik ernaar vroeg, kreeg ik de wind van voren,
met daarop volgend die uitnodiging, dat verzoek. Of ik A.U.B.
mijn eigen toekomst wilde bekijken, mij niet wilde bemoeien
met de zijne. Wat hij eigenlijk zei, was dit: “Wat een trut ben
jij dat jij niet in staat bent om kinderen te krijgen! Ik heb de
mijne tenminste zelf bedacht.” Gek is dat, hoe mensen een
kloof tussen zichzelf en een ander weten te slaan om die ander
er vervolgens van te betichten niet aan hun kant te staan.
De uitnodiging om over die kloof te springen sla ik altijd af.
Van mij uit gezien is er geen kloof. Ook die had hij zelf bedacht.
We aten versgebakken schuld
het zwartgeblakerd spek
verstrooid over de boeteborden
de pan bleek onverbiddelijk
en mij compleet de baas
gelijk mijn vaders ladenkast
met boekjes vol van zonden
dank u voor deze spijze
kreeg plotseling meer diepgang
Kom je buiten spelen? Bonnie heeft een pop die praat; er is altijd kauwgom
om te delen. Wij zingen liedjes samen, over kopjes thee, de zon die schijnt,
dansen op de maat van haring en Patatjes Met, mijn lievelingseten. Kom je
buiten spelen? Er is nog altijd kauwgom om te delen. Doe je mee? In spring,
de bocht gaat in, uit spruit de bocht gaat uit. Kom erbij! Heb je het koud?
Hier sijn twee sachte, aermuh oooom juh heeeen! Hier zijn wij altijd samen,
niemand is alleen. Kom je buiten spelen? De regen heeft de zon verdreven.
Trek je laarzen aan, dan gaan wij spetters maken. Wolken liggen in plassen
op straat, de lucht valt hier geregeld naar beneden. Daarom vraag ik of ook jij
wilt komen spelen. Werken is niet genoeg, het maakt niet uit hoe hard je
zwoegt. Vraag maar aan je baas, die zit ook het grootste gedeelte van de dag
te lanterfanten voor volwassenen. Kom je buiten spelen? Ik begin alvast.
Gek genoeg altijd geloofd dat er niets vastlag
dan een hond in de kamer van mijn jeugd blaffend
van angst en frustratie naar een dronken baas
die op zijn beurt ooit moet zijn gekooid, hij
moest toch dromen hebben gekend als kind dacht
ik nog, later toen ik allang niet meer wist
hoe het voelde te happen naar lucht. Soms zwijg
ik nog bij sterke verhalen hoor ik het aan hoe ze
ooit – ik heb er geen goed antwoord op – hoe kun je
het verklaren dat je… nooit. Ik probeer het nu
te aaien. Zwaai naar de morgen van een verre dood.
Hij nadert. Iedere zin die ik schrijf is er een
veroverd op de leegte van kindertranen. Een jongen
aan de wand. Blijf maar even in mijn gedachten.
Zie hoe groot ik ben. Ik slok je op. Vergeten
zal ik nooit. Al blijf je ingekooid.
weet je wat
een schok is
a) de dood
b) een medicijn
c) iets spiegisch
d) een onderdeel van een therapie
e) je bent geen uitzondering
f) iemand die z’n neus ophaalt
met jonge sla
g) dat men je kent
als eeuwige jonge sla
h) een verkeerde vertaling
van het engelse woord shock
i) komrij was je de baas
j) de idee tijd
k) geen beest te zijn geweest
l) dat men niet meer weet
van ploegen
m) je woonde zo dichtbij
In dialyse ligt een toekomst verborgen
die iedereen denkt te kunnen voorspellen.
De dikke naalden in de armen van mijn vader
vertellen hun eigen verhaal.
Hij laat mij Spetters zien
vanaf zijn stoel naast de machine,
waar wij elkaar nooit de baas zullen zijn,
want hij is groot en ik is klein.
Dat laatste ei moet nou ook maar stuk,
ik geef het terug, volg het spoor van bloed,
druppel voor druppel,
maak mij los van mijn vader’s DNA,
want ik weet dat ik dat kan, dat ik hem
voor altijd aan die machine kan laten zitten,
zodat hij voor mijn toekomst sterft,
de klok op zijn dood gelijk zet,
mij van hetzelfde lot bevrijdt.
11 is een zeer bijzonder getal,
opgesloten tussen 10 en 12,
tussen de heiligheid en de volmaaktheid
van de tien geboden en de 12 apostelen,
is 11 in de eerste plaats een spiritueel getal,
het getal dat de waarheid zoekt in de zelfverlichting,
kort bij huis, niet te ver van je bed,
in een mengeling van rust en vrede,
én verwarring en verbijstering;
de11 kijkt ons diep in de ogen
want wil de waarheid vinden
achter onze stoffelijke, materiële wereld.
11 is een priemgetal en een palindroom,
want alleen deelbaar door 1 en zichzelf
en ook omgekeerd blijft het trouw aan zijn waarde:
11 is 11, hoe je het wendt of keert
en datzelfde geldt voor 11 keer 11 (= 121)
en 11 keer 11 keer 11 (= 1331),
het is de lepel, de pap, de Otto, de Anna,
ja zelfs de reteveter onder de getallen
en daardoor kent 11 zijn magische verschrikking
want 11 bijt zichzelf voortdurend in zijn staart.
niet voor niets speelt 11 in de omgedraaide wereld
van het dagelijkse leven een grote rol
en is 11 het getal van de gekken, van carnaval,
van de raad van 11, en wie te elfder ure aan komt zeilen,
vindt de hond in de pot of een vreemde in zijn eigen bed.
2011 is voor burger, baas en staat een dubbel lastig jaar
want 2 = 2 en 11 is een 2-trilling, want 1 + 1 = 2
en 2 staat voor het vrouwelijke beginsel
van zachte spiegeling, meegaand en ontvankelijk,
maar 2 kan evenzeer bedreigen, manipuleren en bedriegen
en al doen wij het vaak anders:voorkomen
wie manipuleert, heeft de macht in handen.
(Dus, beste lezer: wees dubbel attent in 2, 0, 11!
Sper beide ogen extra open
en luister naar de klank van de tijd!)
Recente reacties