Resultaten voor het trefwoord arm

maak nooit van de uitzondering de regel – pallas van huizen

Een afspraak is een principe waar met een slag om de arm, flexibel, redelijk mee om gegaan moet worden, met andere woorden, de dingen op papier moeten in de praktijk op maat gesneden worden, opdat de afspraak in de werkelijkheid ook met volledig geïnformeerde overeenstemming plaatsvindt.

Wat ik eigenlijk zeg is: Een afspraak is een streven, maar in de praktijk moet daar vaak coulant en economisch mee omgegaan worden, omdat de handhaving van het streven niet altijd haalbaar is of verhinderingen voorkomen dat het streven gehaald wordt.

Desondanks blijven de principes, de afspraken gewoon staan, met andere woorden: Het streven wordt in het uitzonderlijke geval van onhaalbaarheid of verhindering zo goed mogelijk nageleefd, zij het op een later moment, zij het in een ander tempo of zij het minder intensief.

Het gevolg bij die uitzonderingen is (en dat is ook de praktijk) dat dingen niet gaan zoals ze zouden moeten gaan, maar wel gaan zoals ze gaan. En dat zie je ook maar al te vaak gebeuren, want mensen zijn niet allemaal feilloos, kunnen niet allemaal een tien scoren of zijn niet allemaal perfect op tijd.

We zijn mensen, hebben allemaal een leven en dat moet telkens weer opnieuw op elkaar afgestemd worden om de dingen volgens het streven, het principe, de afspraak te laten verlopen, helaas verloopt dat afstemmen niet altijd volgens plan en zullen we allemaal moeten accepteren dat er altijd een kans is dat je teleurgesteld kan worden en de dingen niet uitpakken zoals je verwacht.

Daarom is het belangrijk dat je er rekening mee houdt dat de dingen soms gewoon gaan zoals ze gaan en dat dat niet altijd is zoals je verwacht of zoals het zou moeten gaan, het streven wordt dan gaandeweg aangepast, opdat het in de praktijk wel haalbaar is.

Je zult dus niet altijd helemaal tevreden zijn en in de praktijk dus soms genoegen moeten nemen met minder, maar ja dat is het leven, de dingen die je overkomen terwijl je andere plannen maakt. Maar troost je soms kan een nadeel ook als een enorm voordeel uitpakken en blijkt de uiteindelijke invulling van het streven een betere oplossing dan hoe je het op papier met elkaar afgesproken hebt, de natuurlijke gang van zaken is eigenlijk helemaal zo slecht nog niet, alleen soms kan het lastig zijn ermee om te kunnen gaan, dat begrijp ik, daar heeft iedereen wel een beetje last van, denk ik.

ik, pantoffelheld – bert de kerpel

Bij tijd en stond stond ik op zolder te kijken
Of het stof zou wijken uit eigen initiatief
Of de minderheid de dode tijd zou verbeiden
Tot de meerderheid haar mening zou kwijten
En die eersten blasfemie zou verwijten

Dan sprongen wat haartjes recht op mijn rug
Stofdeeltjes van tussen mijn tenen, dikke
Onsjes woede van tussen de melkwitte rondingen
Van de namaak-Rubens op de schoorsteenmantel

Als ik opgeladen was strekte ik de arm
En vouwde de krant tot een stofzuiger
Die meteen aan zichzelf begon te zuigen
Zoals een hond zijn staart achternazit

Toen de geletterde zelfzuiger aan Hades’
Poorten stond stond ik op zolder te kijken
Naar mijn werk van barmhartigheid, nam
Een foto en plaatste die op Facebook.

zomerijs – iniduo

Hoeveel gekker moest het worden?
Lang gezocht naar een vrouwvriendelijke
uiting van mijn misnoegen. ‘Het warme
droge klimaat onderin de woning heeft
kennelijk een positieve uitwerking.’
Een kennelijke slag om de arm. Reuma
hebben we het over. De koudegolf van
de meest recente opwarming bezorgt
tepelkloven bij de Eikenprocessierups
(Thaumetopoea processionea). Noem
het een geluk bij een ongeluk. Nu de
dooi is ingetreden treedt acute vernatting
van wintertenen op. De stille gebeden
van zuster Immaculata zijn verhoord.
Eindelijk begint het ergens op te lijken.
Maar goed dat er een zon is.

groot hart – maaike klaster

Omdat liefde in het hart schuilt; niet in de woorden God, Boeddha
of Moeder, luister ik zelden naar het pseudo-spirituele gezemel
dat deze dagen het luchtruim niet uit te meppen is, kan het mij geen
drol, geen donder schelen wie welk ambtskleed draagt, wie voor
welke parochie preekt, hoor ik enkel op welke toon elk hart spreekt.

Nu niet gaan huilen omdat ik jou voor de zoveelste keer op de
waarheid wijs. Jij deed mij veel meer pijn dan jij ooit zal durven
toegeven. Ten faveure van wat? De goedkeuring van goed gekapte
dames die nooit een onvertogen woord laten vallen, die heel hard in
hun handen klappen wanneer jij mij publiekelijk terecht wijst zonder
zelf ooit het achterste van jouw tong te hebben laten zien?
Dapper van je.

Ooit gehoord van simpelweg een arm om een ander heen slaan?
Daarvoor hoef je niet aan de kant van die ander te gaan staan en jouw
zo dierbare Midden te verlaten, een midden dat volgens mij niet meer
dan een door jou verzonnen term voor ontwijkingsgedrag is en dat
bovendien een gebrek aan nederigheid voor het leven, de grote liefde,
de schepper laat zien. Waar komt toch die angst of op z’n minst
afkeuring voor emoties vandaan? Wil je liever niet toegeven wat je
zelf allemaal fout hebt gedaan, hoe jij situaties waarin anderen jou
– soms zelfs moedwillig- schade toebrachten, oogluikend hebt
toegestaan?

De tijd dat jij mij voortdurend de les dacht te moeten lezen is eindelijk
voorbij, al had ik nooit gedacht dat wij zo zouden scheiden, had ik
jouw arm om mij heen verwacht toen ik jou vertelde dat ik als kind bij
verschillende gelegenheden ben verkracht. “ Dat moet je die mensen
maar niet aanrekenen.” zei jij. In plaats van mij te omarmen, hield jij
een hand boven het hoofd van de goorste daders. Toch spreek jij nog
steeds van een groot, warm hart – het jouwe dus.

Heb je dat hartvormige kussentje al in elkaar gezet dat ik jou die ene
kerst kado gaf toen niemand anders dan ik jou bezocht en ik samen
met jou; voor jou huilde, ik mijn arm om jou heen heb geslagen?

Noem mij geen engel; noem mij een mens. Dat maakt met elkaar
praten een heel stuk gemakkelijker, geeft mij het gevoel dat ik net als
de rest van ons mensen hier op aarde ben geboren; dat ik hier thuishoor.
Laat mij dan ook als een mens bestaan en kijk eens naar mij. Zie je die
pijn? Engelen lijden niet; mensen altijd. Dat heeft met de haat op deze
planeet te maken, en er is NIETS verhevens aan zeggen dat je die pijn
hebt ontstegen. Dat gebeurt pas als je sterft. Wat betekent dat jij in dat
veilige midden van je niet ten volste leeft; dat jij jouw eigen zachtste
kern stelselmatig blijft ontwijken en dan stiekem mijn kant opkijkt
omdat ik nooit te beroerd ben geweest om anderen mijn hart, mijn ziel,
mijn liefde te geven. Dat weet iedereen.

Waarom zou jij mij dan jouw omhelzing ontzeggen wanneer ik voor
het eerst van mijn leven laat zien hoeveel verdriet ik echt heb; wat
mensen allemaal met mij hebben uitgevreten? Omdat je dan zou
moeten toegeven dat je dat altijd al hebt geweten en nooit hebt
ingegrepen? Omdat ik grotere pijn heb dan jij? Waarom denk je dat
ik het uitschreeuw? Omdat ik niet van plan ben in de klauwen van een
paar grote klootzakken te blijven leven. Jij blijkbaar wel.

Dat ik op tien manieren kutwijf zeg, betekent niet dat ik er zelf een ben.
Zoals er mensen zijn die anderen de godganse dag met hun oudbakken
woordspelingen vervelen zonder ooit grappig te zijn geweest. Keurig
gekapte dames die bij elke valpartij van mij goedkeurend in hun
handen klappen, die vrouwen als ik aan mootjes hakken omdat zij de
Oermoeders en Alleenheerseressen van dit universum dachten te zijn,
met alle mannen van de wereld spinnend aan hun voeten, almaar om
hun mopjes grinnikend, terwijl de dames in kwestie zich in hun
nauwelijks verholen kwaad verslikken bij het leveren van commentaar
op iets wat ik met grove taal over precies dat als heiligheid vermomde
kwaad op papier heb gezet.

Die dames grijp ik bij hun oude vrouwenharen zodra zij ook maar één
gewelddadige, praatgrage, wijzende vinger naar mij uitsteken. Daar
blijft heden ten dage weinig van over. Geloof het maar, dames.
Hoewel ik veel betere dingen te doen heb, zal ik niet schromen u het
vlees van de botten te trekken als u mij nog eenmaal flikt wat u mij al
eerder flikte. Goed luisteren naar wat mijn hart rikketikt, vuil,
achterbaks verkrachtersloeder met uw naar zwavel en hennapoeder
riekende wasem. Dit zijn louter woorden; u bent de smerigste dader.
Nu u weer.

alleen mijn huid – janine jongsma

alleen mijn huid verzet jouw zinnen
maar de woorden glijden van mij af
ik word niet warm of koud van je
je zet me in de stoel neer voor de spiegel

haalt snel een washand over mijn gezicht
en zet mijn arm zorgvuldig terug in de kom
in de badkamer huil je de vlekken uit mijn lingerie
je borstelt mijn haren en telt hardop honderd slagen

vraagt of ik mijn lievelingshaarband in wil
maar besluit uiteindelijk tot een paardenstaart
beneden kus je mij teder gedag, ik staar naar de tv
mijn borsten kijken jou onbewogen na

de kat telt de uren af, gebruikt mijn been als krabpaal
jij belt vanaf je werk hoe het gaat, dat je laat bent
en of het goed is dat we Chinees eten
ik neem niet op, dat doe ik nooit

vandaag is misantropie aantrekkelijk – delphine lecompte

Vandaag is misantropie aantrekkelijk
Voor de dadaïst in Kaapstad
Hij is op zoek naar inspiratie
En een goedkope beenprothese
Voor zijn vrouw, ze snakt naar evenwicht.

Deze ochtend werd hij gewekt
Door zweepslagen op een welpenflank
De welp was stom, de beul een albinoman
Er waren ook toeschouwers
De meesten waren arm en in januari geboren.

Niemand stopte de albinoman
Hij staakte zijn ranselen vanzelf
Toen het leeuwenjong bezweek
Na zijn theeloze ontbijt vindt de dadaïst
Een beenprothese op de drempel
Van een geïmproviseerd bordeel.

De dadaïst vindt twee hoeren
Met slechts een linkerbeen
Hij neukt ze beiden
Een beetje tegelijk, een beetje kwaad
Dat ze spotten met zijn onbesnedenheid.

Na de betaling voor de schertsende seks is
Misantropie onvermijdelijk voor de dadaïst
In zijn hotelkamer probeert hij de beenprothese
In zijn valies te proppen
Het been breekt in twee.

De dadaïst huilt
Wanneer de zon ondergaat
In Kaapstad zijn alle ondergangen mooier
Dan zijn collages en borstels thuis
Toch vangt hij enkele vliegen
Die cirkelen boven de vermangelde welp.

Terug in België verwerkt hij
De vliegen in een misantropische collage
Hij houdt niet meer van zijn labiele vrouw
Maar wel nog van zijn morsige zelfheid.

onrust om de afstand naar de maan – harry m.p. van de vijfeijke

De dagen gaan en vragen
met de dag het geweten te herweten.

Ik treed in de morgen aan
gereed in de tred van tijd
en rede op te gaan.

Doe en ontmoet, hoog in de strot
de onrust om de afstand naar de maan.

Ik heb jarenlang wat mogelijks gedaan.
Is dat genoeg voor de rechtvaardiging
van een bestaan?

Dag na dag herroept mij de oude waan,
ik weet mij verwijderd, zie mij arm
en moedig staan.

loze zinnen – stijntje van der wal

nergens zag de leegte
zo zonder moed
een koud kind
kom toch hier
verschijn uit dit papier
om met jouw oog en
met jouw kleine mond
te proeven hetgeen hier
toch ooit werkelijk bestond
herrijs uit inktenblauw
arm, zalig kindergezichtje van jou
nergens zag ik leger dan leeg
en nog meer leger
‘k zag geen mens.

the end – elize augustinus

Het is de sfeer
Je hebt het gevoel
Alsof je er deel aan hebt tot

The End.

Je drukt zacht op
De knop van illusie
Dooft kaarsen

Hij ligt naast
Je in het donker
Slaat een arm om je heen

Terwijl hij
Droomt
Haar naam mompelt
Voel je

Het is de sfeer
Je hebt het gevoel
Alsof je er deel aan hebt.