worden doet hij niet meer
Al zijn er huiden genoeg
streeploos wit, de haren verlicht
honing stroomt en koude voeten
zij passeren zijn gebarsten deur
kloppen soms, klingel meneer!
Een zwaar voorhoofd en spikkels
vuur, een tel bloed dat gonst
zijn ademhaling bevroren
O schat, o jonge klaarheid
‘t zachte in haar ogen, vluchten
voor zijn schaduw daar is
Recente reacties