klein verzoek – hans van willigenburg

Er zat een ‘waarom’ aan te komen en daar houd ik niet van.
Ik doe altijd mijn best het zo goed uit te leggen
dat de gedachte aan een ‘waarom’ vroegtijdig smoort.
Ik tracht mee te nemen naar een plek of een moment
en ik ga net zo lang door tot die plek of dat moment
de plek en het moment zijn
die ik heb aangetroffen of meegemaakt.
Gewoon en ongewoon. Kalm en hysterisch.
En ik doe verschrikkelijk mijn best daarbij
de totale rijkdom van de plek of het moment uit te drukken.
Dit vertaalt zich naar mijn voeten en benen
en handen en vingers en de ademhaling enthousiast
op zoek naar vers speeksel om ook die paar stemmingnuances
die de neiging hebben in verre hoekjes weg te kruipen
onbarmhartig bij de lurven te pakken en eraan vast te plakken.
En vraag me niet, vraag me niks, maar staar in het gezegde,
in het volledig ongerijmde dat even door mij is uitgeveegd,
of desnoods in een deel ervan of in mijn naakte onvermogen
in de verste verte iets op te klaren of dichterbij te halen.
Maar, in godsnaam, vraag me alsjeblieft niet ‘waarom’! Wil je?

Reageer