De tuin ademt vanmorgen geesten uit
die samenspannen, handen vasthouden,
maar dan worden ontbonden door
de naderende zon. Een krokus opent
zelfbewust zijn paarse mond. Onbeduidend
leven is hier niet te vinden.
Jij hebt je teruggetrokken in een regenbui,
weerbarstige gedachten van je af gewassen,
de twijfels uit je haar gekamd, je lippen
tot de tanden bewapend. Jij bijt de angst
wel van je af.
Ik zou een vreemd insect willen ontdekken
dat ik je nog kan tonen voordat wij
vertrekken. Dat we bij ons kunnen dragen
als een amulet, want
scalpels snijden aan twee kanten.
Reageer