gesloten huis – leo van der sterren

De dagen, weken, eeuwen dat er niemand kwam,
zwalpten gestaag aaneen. We werden kluizenaars
met zware baarden. Maagschap, maten, drift noch stam
resteerden ons; er bleek die kloof in het trottoir

voor ons perceel. Geheten vrij, dat wel, maar vrij
als eens de handelaars op posten in de tropen:
een kleffe reep rivierklei in een dampvallei,
die was van hen, al bleef hij lijdzaam onderlopen,

van hen alleen, al hing er nacht, ooggroene nacht.
Ooit liep men blatend onze deur plat, toen seizoen
of staat der politiek dat toeliet. Dag en wacht
drongen de drommen in – zij derven elk fatsoen –

en wee de inval die niet zoet bleek. Onze kust
ligt nu verlaten, en de zee en de rivieren.
Bekende noch barbaar; de straat in diepe rust.
Het huis, de toekomst en de harten: zelfs geen kieren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Recente bijdragen

Recente reacties

Cookies?
Cookies = OK