Ik ben je vriend, jij bent mijn leven
het enige wat ik weet
echt zeker weet
we hebben even wat tijd nodig
tijd om tot rust te komen
dingen uit te praten
we hebben gewoon even wat tijd nodig
gewoon wat tijd
het komt goed, echt goed
ik ben je vriend, jij bent mijn leven
even wat tijd
meer is het niet
we praten het uit
praten het uit, praten het uit
meer is het niet
echt niet
gewoon wat tijd
tijd, tijd, tijd
we vinden rust, rust
eindelijk rust
echte, echte rust
ik ben je vriend, jij bent mijn leven
het komt goed, echt goed
het is het enige wat ik echt zeker weet.
Resultaten voor het trefwoord zeker
als schrijver
dichter desnoods
doe je maar wat
maakt niet uit
waarschijnlijk precies
volgens de regels
als lezer heb je
altijd gelijk
zeker zonder
empathisch vermogen
ze plakt de sterren op vandaag
ze wikkelt goud en strepen
lepelt lam geslagen beelden
door een ring en krijt pastel
een naam eronder zegt een kind
is alles wat het weet het ziet
het voelt vooral het wil een veilig
zijn en zeker geen verbaal geweld
in deze wieg ik trek mij alles aan
tot op mijn heupen heb ik namen
staan als mamma, pappa, liefde
alle restjes van een nooit beleefde
jeugd met plaatjes ingeschreven
er wordt een ei gekraakt
en schalen versplinteren
dooier dan in het wit kan er niet zijn
zuiverder zeker niet gelogen
luid klinkt geschater
want mooier is zij niet gemaakt
de balans van de waagschaal is gewogen
mist alleen een beetje glans
als de laatste druppel uit de kraan vervloeit
zwem ik in cirkels
de lans vooruit gebogen
Het is niet de droom van de fatale kwaal
die met een schelle slag in het voorbijgaan
van de nacht
de dood neerzaait.
Dat het dáármee al fout zou zitten
is dan nog beslist niet zeker.
Pas nadat je werkelijk wakker denkt te zijn – maar
dat blijkt overigens uit niets –
is er vermoedelijk een probleem
geen signaal
en geen sprinkhanen in het veld,
geen salamanders en kikkervisjes in de
sloot achter school en waar is jouw stem gebleven?
waar zijn de meikevers, torren, de vis in de rivier; geen lucht,
geen water, geen groen gras; roestvlokken zweven dor
en droog en de longen schrijnen, het haar valt uit en
de buurman knabbelt aan de tenen van zijn vrouw,
niet uit liefde, uit haar buik groeit robertskruid en kalveren aborteren
zichzelf en in de nageboorte geen zuurstofrijk bloed en alles
verkruimelt en ik toets het nummer nog eens in en die
stilte, verpletterende stilte in de hoorn het ruisen van
aanrollende golven overspoelen staketsel en traliewerk
en beelden drijven het strand op en het kind pulkt de
laatste alikruik uit zijn schulp en steekt die; het potje is
leeg op wat troebel drab na, je dacht dat alles zeker was
en tussen je tenen zand en daar verderop nog twee meeuwen
weggewaaid, dood als oncontroleerbare vliegers met in de
ooghoek van het geschilderde gezicht een traan,
maar ik kan het niet goed zien
en ik draai me om,
voor altijd
Want je liet me staan
alleen geen rucht
baarheid de vrucht
baarheid, bepaald
zeker niet verstaan.
Ja, dat soort eigenaardigheden.
En een verloren
land, niet gefaald
voortaan geducht
gezucht en vlucht
over mijn oren.
Ieder zijn eigen narigheden.
Had je me maar
beweerd veracht,
bezweerd verkracht.
Kaminaga,
kam in je haar.
Onvoorspelbaar,
de echo’s uit een ver verleden.
zeker is het gaat met mij
niet goed jij bent lief
de katten ook maar
ik ga dood
dat verrast je schat
er is slechts rust
geen redding voor dit
anker van een lijf
geschapen om te zinken
rol me naar de kust
van niemandsland
laat het water doen
wat water doet
dan ben ik vrij
Naar de ouders sprak het kindje enkel koelie koelie.
Een rekenwonder bleef uit.
Talenkennis grondig maar beparkt.
Oogcontact groen in orde.
Het zou een mens worden zeker.
Recente reacties