Resultaten voor het trefwoord staan

rennen om stil te staan – anouk smies

Nu we samengaan, als schoppen en hurken
een opgejaagd begin
sla de bladzij om

die mijn lichaam heet
Plaats een kandelaar
in het rattennest, mijn haren

Spreek in de tongen van een vreemd gehucht
Ontkleed een gebouw

of verbrand de kathedraal
van het doofstom opnieuw beginnen
De vogel in zijn eeuwige lucht

je schuift weer op – martin m aart de jong

Er was een tijd
dat je de duiven
voerde. Nu krijg
je alles gedaan.
Bekleden ze je benen.
De rest redt zich
nog wel. Er staat
een stok achter
de deur die je
leert lopen. Dat
alles doet er nu
nog toe. Om los
te laten heb je
nodig. Tot alle
steun dit huis
verlaat. Je hebt
een steen gevonden.
Je zult er boven staan.

wie van de drie – gronama

‘Mijn naam is Osama Bin Laden.’
‘Mijn naam is Osama Bin Laden.’
‘Mijn naam is Osama Bin Laden.’
‘Wil de echte Osama Bin Laden nu opstaan.’
De echte blijft liggen, twee nieuwe staan op.

vierhoog – fjodor slegowski

vierhoog
in de dakgoot staan
lopen
zin om te springen
zink loopt geruststellend
onder voeten door
waterwegen voor slapende nachtloners
gezang uit de luchtkoker waaraan de keukens
roepen naar het zingen kan niet
zwerftocht over het dak is geen gewone nieuwsgierigheid
scheef kijkt de straat ondersteboven terug
verlangen naar omlaag
stille stomme drukte zin
om te springen
laatste hoek om
veilig zolderraam in zicht
om weer naar binnen
geroep in de rug
achter glas loeren roodaangelopen stemmen
met veel handen
geen moed om de ruit in te slaan
altijd zucht naar vrije val

liefdesliedje – eelke van es

Zo zocht men naar de woorden
om haar te laten gaan
Ze kon daar ook niet ongeschoren
eeuwig blijven staan
We hadden toch gezworen –
maar toen was het nog aan –

een jorannet – martin m aart de jong

Het is zoals je oorbel rinkelde. Jij in gesprek met je dode moeder
die gisteren was overleden. Dat het al uren geleden was vond
je geen reden het eens over mij te hebben. “Ik heb gevoel…” zei
ik nog. “Je moeder nooit meer.” “Kun je geen slechter gedicht

voor me schrijven? Dit raakt me nogal…” Ik sloeg de tanden
uit je paardenbek. Zei je nog zo dat ik het expres deed
om mijn handen pijn te doen. Normaal praat ik nooit
met vrouwen nadat ik ze geslagen heb. Nu wel, maar

waarom is een vraag en geen reden er bij stil te staan.
“Hoeveel geld zouden die vullingen opbrengen?” Vroeg
ik je vriendelijk. Je begon weer eens te janken. Daar

word ik nou zo moedeloos van. Dat totale gebrek
aan humor. Dat heb ik nou nooit. Overal kan ik
om lachen. Vooral als ik ze zelf heb omgebracht.