een jorannet – martin m aart de jong

Het is zoals je oorbel rinkelde. Jij in gesprek met je dode moeder
die gisteren was overleden. Dat het al uren geleden was vond
je geen reden het eens over mij te hebben. “Ik heb gevoel…” zei
ik nog. “Je moeder nooit meer.” “Kun je geen slechter gedicht

voor me schrijven? Dit raakt me nogal…” Ik sloeg de tanden
uit je paardenbek. Zei je nog zo dat ik het expres deed
om mijn handen pijn te doen. Normaal praat ik nooit
met vrouwen nadat ik ze geslagen heb. Nu wel, maar

waarom is een vraag en geen reden er bij stil te staan.
“Hoeveel geld zouden die vullingen opbrengen?” Vroeg
ik je vriendelijk. Je begon weer eens te janken. Daar

word ik nou zo moedeloos van. Dat totale gebrek
aan humor. Dat heb ik nou nooit. Overal kan ik
om lachen. Vooral als ik ze zelf heb omgebracht.

Reageer