de halfnaakte getatoeƫerde
kerel
is onverwacht
wellevend
de heer in chique
drie delig grijs
houdt een
scheldkanonnade
door het open raam
van zijn bolide
dat kleren de man niet
maken
benadrukt
zijn opgestoken
middelvinger
Resultaten voor het trefwoord raam
De dagen trokken voorbij. Een bonte optocht
van geleedpotigen, gehoefde gewervelden,
gezoogden en ongezoogden. Koudbloedigen.
Op de voet gevolgd door de weken. Gebochelden,
genodigden, gelovigen en argelozen, gearmden,
gepensioneerden en genezers. Aanverwanten.
En maanden, maanden en jaren langs mijn raam
alsof het geen tijd kostte, geen toekomstvisie
en geen geduld te wachten op een lege straat.
om te zijn
is aanwezigheid gewenst
om te zien
is nachtblindheid begrenst
om te vliegen
laten vogels diepe aarde los
toch wonderbaarlijk
zo zonder doortraande ogen
ik open het raam
om me aan buitenwereld te laven
ik spreid mijn armen
om me in vriendschap te wikkelen
ik sluit mijn ogen
om me onvergeetbaar te maken
ik ontken mijn deur
om mezelf in mij op te sluiten
ik droom de dag
om me van de nacht te beroven
het is tijd
ik hoor tikken op de ruiten
men sluit het boek
om dagelijkse orde te loven
ik ga maar
nu ik er toch ben
ik droom dat ik moet plassen
hoewel, dromen zijn bedrog
ik droom dat ik opsta
ten strijde trek
tegen de werkelijkheid
en verloren ritmiek
ik doe maar een greep
ik slaap met open raam
de kamer is nogal tochtig
ik moet nu stoppen
voordat ik mijn bed bevochtig
tijdens drooglegging van aderen
zoals turend door mijn raam
vraag ik mij nuchter af
zijn wolken wilsbekwaam
of door toeval bevangen
in de orde der onwrikbaarheid
voorbestemd af te drijven
gelijk aan hardste uren van de tijd
laat mij aan indrukken onttrekken
samengeraapt zonder doel
door afwezige koudegolven
stijgt de temperatuur van gevoel
gebroken beloften zijn het bordeel
van hooggespannen verwachting
wiegend waaien bomen hun lied
zonder aanzien of achting
zo laag bij deze kale grond
kennen wolken geen berouw
regent het nooit op zondag
is alleen de leugen waarheidsgetrouw
ik ben een vader
met het hoofd uit een rijdend raam
een ramkraak in de hemel
ligt binnen stembereik
ik hoef geen daken
noch een toren
ik draag de stad wel naar de wieg
en beraam een aanslag
op elk zwijgen
voor ik door de voorruit vlieg
daar zit ze dan, pal
voor het raam
niemand kan haar ontlopen
de rollator ernaast, het bed erachter
en voor zich een slok reservetijd
soms valt er wat
te hopen
Dat je zoveel voor iemand kan betekenen.
Je koude lichaam onder de te warme deken.
In het donker kijk je door het raam,
door de nacht heen.
Je bent zo moe, zo moe, zo moe.
Ik zou me zo graag herkennen, meedoen.
Echte dingen, daar moet je doorheen.
Kattenverdriet, de dood klaagt nooit.
Dat je behang bent, traangas voor de blinden,
psychiatrisch patiƫnt, uiteen gereten, teruggetrokken
in een dimensie van rottend tandvlees en verloren respect.
Rijstwafelsporen, klontjes suiker, instant coffee
en als je ligt: De beleefdheid van een barmhartige definitie.
Als je eigen rouwadvertentie.
In de lach gestorven sta ik mijn plek af.
In Rotterdam in een kelder zonder raam zit
een jonge hond opgesloten.
Een keer per dag krijgt de hond een bak zout
water en slurpt.
De deur wordt dichtgegooid en het licht en de
voetstappen sterven weg.
De hond jankt, tiert, huilt om nog wat water en
sterft na drie dagen in een kelder in Rotterdam.
De maan ademt jou in als jij voor het raam
naar haar staat te zwaaien.
Zij weet dat jij een kind bent geweest, leest jou oude boeken
over morgen voor, lacht bij de gedachte aan een dag als
vandaag, zingt in haar nachtelijk theater de sterren
van de hemel. Zij zingen mee. Wij zingen allemaal: Hallelujah!
De maan blaast jou uit, zet jou veilig terug op aarde.
Dageraad of niet, zij ziet jou staan en jij ademt.
Recente reacties