Resultaten voor het trefwoord koor

voor colin – maaike klaster

Aan Colin Benders

 
Lieve Colin, mooie man,
breekbare, Japanse wedstrijdvlieger van me, ik weet hoeveel engelen er huilen
om wat ik net hardop in gedachten heb gezegd: Als er de rest van mijn leven
geen mens meer naar mij omkijkt, niemand mij ooit nog in de ogen zal kijken
vanwege het mededogen dat daarin verborgen ligt, dan zal ik tot het eind der
tijden vrolijk doorgaan, want ik heb jou om naar te luisteren.

Luister niet naar die sinistere geesten; spring niet uit dat raam richting een
moordende straat; klim liever langs die ladder van vroeger omhoog naar de
maan, pak jouw megafoon erbij, die hemelse toeter van je, en blaas ons naar
de sterren.

Ik weet waar ik het over heb, hoor. Ze stonden zich ook in mijn huis te
verdringen, vonden het maar wat spannend om mij op die vloer te zien liggen
wegkwijnen. Wat ze niet hadden verwacht, was dat ik ze door al mijn snot,
kwijl en tranen heen keihard op hun lelijke smoel sloeg, heel hard uitlachte.
Nu zijn ze weg; ik ben vrij.

Wat mij nog van het hart moet, en ik word er zelf een beetje verlegen van
(echt), want ook ik ben op mijn privacy gesteld, schrijf over dat wat is geweest
en niet echt meer van belang is, of over dat wat tijdloos en van onschatbare
waarde is, zoals jij – wat ik wil zeggen, is dit: Volgende keer op dat podium
jouw eigen pik laten zien. Zo, dat viel eigenlijk best mee, vind je ook niet?

En dan nu allemaal in koor: “Sorry hoor, Colin.” Nee, niet goed genoeg, nog
een keer: “SORRY, KYTEMAN!!!!!” Juist, en dan nu dat mobieltje terug in die tas,
ondankbare hoeren.

Heel veel liefs,
Je Grote Zus

magalhaensplein – maaike klaster

Buiten op het plein, onder het toeziend oog van de windhaan
bovenop de toren van het kerkje en de kraaien op het dak,
spelen kinderen die er nog niet zijn. Op de autoparkeerplaats
mogen zij niet komen van mij, voor hun eigen veiligheid.
Verder is de stoep hun wereld, het speelterrein waar zij samen
met de ontdekkingsreiziger die per vloot onze aarde rondging
op verkenning kunnen. Iedere boom is een universum op zich,
dus daar hebben zij voorlopig genoeg aan.

Voordat het donker wordt, ga ik even bij ze kijken met een
kartonnen doos onder mijn arm. “Wie wil er een ijsje?”
vraag ik dan, “Iííííííííííííííík!!” roepen de scheepsjongens en
meiden van Magalhães in koor. Hoor maar. Daar komen ze
aan. Ook de kerk weet dat zij er bijna zijn, wuift ze binnen
met vlag en wimpel, lijkt Schip Ahoy!! te zeggen terwijl ik
vanachter het huiskamerraam toekijk.

Buiten op het plein spelen kinderen die er nog niet zijn.
Op de autoparkeerplaats mogen zij niet komen van mij,
voor hun eigen veiligheid.

even – hans mellendijk

Apeldoorn, 30 april 2009

Era accelereert.
In de razernij van het gesmoorde feest.
Even in een flits de collectieve gekte dat we keken naar Back to the Future Part IV.
Marty Mc Fly terug naar negenenvijftig. Doc Brown verwisselde Soestdijk door
Apeldoorn en DeLorean met een zwarte Suzuki Swift. Shift defilé. Kwam aan in
een duivelse daad die voor altijd in hulpverleningstermen onbegrepen zal heten.
Of terecht gekomen in een foute reclamespot van een verzekeringsmaatschappij?
Even ’n kneep in de linker arm. Het koor, de dag dat Nederland z’n onschuld verloor.
Ach schone onschuld die er nooit is geweest.
Era articuleert.

stortfluim in koor – sunshine tenochtithlan

Verlammend staart het wit mij
onvergevend aan, breekt de
bronnen in mijn hoofd; de handen
talmen voor de zoveelste keer.

Voordat de impuls gevolgd wordt
dreunt aarzeling en faalzorg mij
als eerder buiten zinnen dan ik
in staat ben eraan te ontsnappen.

Straks sta ik achter de katheder
~ heb de pik op twaalf maar dat
laat ik volstrekt niemand zien ~

veilig in de waan tussen mijzelf
en het afwachtend, luisterend koor
dat van mij een lezing verwacht;

ik zal hen trouw om haar baar-
lijk te woord staan, onbesproken
van gemis naar de laatste wil.