Resultaten voor het trefwoord ieder

nieuw testament – august tholen

Voor altijd volwassen zaten we
beklemd tussen de boeken bijeen,
dichtend de gaten van het verleden,
balsemend de oude gezichten.

En bij ieder lijk dat we
uit het zwarte veen hesen
riepen we: Ach wat is hij dood!

En we probeerden niet te zien
het wurgkoord losjes rond de hals
en het gat in de met leer beklede
schedel, of de in waanzin bevroren
uitdrukking in de voorbije ogen.

En we probeerden een kroniek
te schrijven waarin zoons niet
werden omgebracht door hun vader,
en broers niet door hun broer.

En we probeerden de grote en kleine
botten van deze in vlees geschreven
geschiedenis zo te ordenen dat ze niet
langer verhaalden over geofferde zonen
of eeuwig roependen in de woestijn.

En voorgoed beklemd tussen de
onvermijdelijke bladzijden van de
volwassenheid smeekten we ach

laat ook dit een voorbijgaand verhaal zijn.

en nu is het genoeg – janus duprie

Ieder jaar is rond
de jaarwisseling weer

sprake van een opeenstapeling
van incidenten die alles bij elkaar

de openbare orde en rechtsorde zwaar belasten.
Tot nu toe wordt iedere jaarwisseling gekenmerkt

door vernieling, overlast, brandstichting,
openlijke geweldpleging en geweld tegen hulpverleningsdiensten.

Bij iedere jaarwisseling is sprake
van een aanzienlijke politie-inzet,

waarbij tussen de eenheden
grote verschillen bestaan.

turning off the red light – janet van leer

Ga maar eens kijken
bij kruispunten

Met verkeerslichten
zoals in Groningen

Je vraagt je af
welke idioot

Dan begrijp je
dit is normaal

Gewone mensen
fietsen langzaam

Als je zo sportief
bent als ik

Denk je godver
dat moeten ze eens

Bij van die fucking
automobilisten proberen

In één klap ieder
voor zich

En dat dan de politie-
agenten zeggen:

“Tja zoek het maar uit
jullie soort telt niet mee

Hadden jullie maar
niet moeten botsen”

wachtkamer – iniduo

muren houden adem in
hun echo klinkt kortzichtig tegen het gevallen licht

men noemt het schaduw
maar beslotenheid is niet ontvankelijk voor ruimte

de buitenwacht bevriest in gemaskeerd stilleven
gevangen in versteende spieren, geknoopte magen

iets vlucht in iemand, niets ontsnapt aan de greep
aan omklemming, kan schuilen achter zwijgende zuilen

tijd duwt geduld opzij
hartslag belichaamt het tikken fijnbesnaard

als klopjes op een dichte deur, die ieder aanstaart
eeuwen gaan blind voorbij

poco depri paradox – hans goudart

telkens als mijn adem stokte
bij elke huivering
en al mijn kippenvel.
altijd als mijn hart
op hol raakte of oversloeg.
alle brokken in mijn keel.
elk dat is even slikken,
ieder blozen, elke blos,
al het gestamel en gestotter.

elke blik en elke aanraking;
de hele verzameling
verwarrende beelden;
ieder woord
een woord teveel,
ieder woord
een woord te weinig.

alle hap-snap,
al het half-affe;
alle kladjes,
alle flarden,
alle losse flodders.
alle flitsen, snippers,
losse eindjes;
stukjes van een lied
wat ik ooit had willen schrijven.

alle foto’s oude vlammen
& de ongeschreven brieven…
hoe geduldig mijn papier.
alle lijstjes, titels,
boeken, films
& plannetjes
& voornemens
& alles wat ik allemaal
nog meer zou doen
& wat er niet van kwam.

herinneringen, namen, wegen, landkaarten
& het heimwee
naar de plaatsen
die ik nooit gekend heb.
& de twijfel ik of werkelijk geweest ben waar ik was.
mijn verhaal gezeefd door
een zelfreinigend geheugen,
vriend en vijand tegelijk.

al het onbeschrijflijks
in mijn machteloosheid.
elke prop en alle proppen.
mijn troost de drank
en het visioen van
een bodemloze prullenbak.

& verder
dat ik nu de tijd al mis
die nog moet komen.

* – joost de jonge

Een mens kan zich vergissen
Een mens mag zich vergissen
Een mens moet wel een mens zijn
Een mens wordt pas een mens
Voorbij de ijle lijn van een Wortsatz
Kleine zielen & infantielen
Megalomane onderwijzertjes
Passen en meten
Tellen en bezig zijn met cijfertjes
Het kleine leven met grote sier…
Aanschouw lieve vrienden
De nacht zwart als hij is
Een mier blijft een mier
En ieder is die hij is

monstertruck – maaike klaster

Jullie hebben – wij hebben allemaal – de kracht van een goed
gevoel voor humor onderschat. Het mijne komt in ieder geval
met een optocht aan Australische vrachtwagens over jullie
asfaltwegen, landpaden, straatjes in Madurodam gereden,
en ik maar zwaaien: Op naar Legoland!

Dat vinden jullie waarschijnlijk prima, want een speeltuin
platrijden mag best, Het zijn tenslotte maar kinderen; niet
jullie hoofddoeken, moederkoeken, papa’s volgestopte pijp,
opa’s pruimtabak of het naaigarnituurtje van oma.
Waarom ik over die hoofddoek begin? Omdat het, net als
mijn onderbroek, een lullig lapje stof betreft, maar volgens
sommigen kostbaarder is dan mijn kut, mijn vagina.

Waarom vinden wij dat laatste nog steeds zo’n vies woord,
dames? Laat het door een Spanjaard uitspreken en je hebt,
met een beetje goede wil, een levenslang boek om in te lezen.
Dat klinkt dan weer heel verheven, vinden jullie ook niet?

Terug naar dat beeld van mij achter het stuur van die wagen,
die Monstertruck, met het raampje opengedraaid, mijn arm
aan de buitenkant lekker tegen het door de helse zon verhitte
metaal aangevleid, mijn vingers tegen het portier steeds een
andere roffel trommelend en een slap sjekkie in mijn bek
– in het echt vind ik dat ontzettend smerig, shag, maar hier
op papier mag ik alles.

In gedachten verzonken, met die donderwolk boven mijn hoofd,
boven mijn wagen, boven die Route 666, vraag ik mij af – en
terecht, als ik dat mag zeggen – waarom meisjes, maaikes,
vrouwen, maagden, slettebakken, snollen, porno-actrices, oma’s
en je eigen moeder nooit boos mogen kijken, maar al die sjieke
hoeren wel.

Omdat ze meer betaald krijgen, Maaike, daarom – zegt een bord
langs de kant van de weg, met daarnaast een pijl die alle kanten
op wijst, en de tekst: voor uw goedkoopste grijns, daarheen!

voor pablo – maaike klaster

1.
 
Omdat ik trek in fruit heb, eet ik een ijsje.
Zoals ik toen ik vijftien was voor het eerst met iemand lag te zoenen
onder een lange, leren gestapojas,
dat laatste was een grap,
maar wij weten wat wij ermee bedoelen.
 
 
2.
 
Buiten vinden we nog geen vlinders,
daarom zing ik er één voor jou, heel vals,
midden in de nacht, en jij lacht heel hard,
maakt straks nog iemand wakker.
Mij kan het in ieder geval niets schelen:
ik weet dat ik hierna weer heel lang moet wachten.
 
 
3.
 
Zoenen heeft niets te betekenen, zeggen ze.
Daarom mag je blijkbaar zomaar je tong in andermans
mond steken zonder veroordeeld te worden, laten prostituees
zich betalen voor seks zonder mond op mond contact.
Dit was beter dan wat wie dan ook ooit over seks heeft gezegd.
Ik weet tenminste zeker dat één van ons nooit beter heeft gehad.

lento – enrico lommerte

muziek in mijn hoofd
en de pen schrijft
– cello’s en contrabassen
lamenteren een crescendo –
terwijl de stylo vrolijk wil dartelen
over het papier
eindelijk zonnige lente
wil zingen als vogels vroeg
warmte wil voelen
en delen met iedereen
– violen zetten bij
een zee van snaren
krast door mijn ziel –
de bloemen van de wisteria
half in volle glorie
de geur!
ik drink de atmosfeer
als levenselixer
– dan de sopraan

vanuit het niets
overstijgt zij het huilen
direct naar de zon –
daar vinden wij elkaar
de hemel huilt mee
vogels dalen neer
omvliegen ons
zodat wij niet te hoog stijgen
synthese van twee absoluten

hulploze onschuld grijpt
wij laten rozen dalen
één voor ieder


Bij: Symfonie nr. 3, deel I, Henryk Gorecki