Resultaten voor het trefwoord eentje

pretty good – bianca hendriks

Op jouw Facebook
zag ik haar profiel

…pretty…pretty…pretty good…
met dat pistool
tussen haar borsten
geklemd

Ze was om op te vreten
maar dat hoefde al niet meer

Je weet hoe dat gaat met mooie meisjes:
Neem er nog eentje

…you never know…
(want het kan altijd de laatste
keer zijn)

voor wie het is geschreven – maaike klaster

Er is een tweede maan bijgekomen.
Nu huil ik tranen met tuiten.

Dat doet de maan soms,
water laten stromen.

Als ik jou nu in mijn armen had,
dan zou ik je laten weten hoeveel ik
van je houd. Kom gauw langs,

ik mis je zo.
Volgens mij kunnen wij veel mooier
en veel completer, speelsers onszelf
aan elkaar laten zien als wij eindelijk
ophielden met net te doen alsof
wij voor de ander niet bestaan.

Heb jij mij verstaan? Ik vraag het maar.

Ook dit heb ik in alle haast geschreven,
want ik word er moe van iedere dag
in mijn eentje op te staan. Nu jij nog,
lieveling, word je wakker uit onze
gezamenlijke dromen of blijf je
voor altijd in de mijne slapen?

Haast je. Ik vraag het je.

lacrimosa – maaike klaster

Huilen in de sauna. Zweten in mijn eentje.

Droog hout, smeulendhete, grauwe kolen,
een handdoek en ik. Tijgerin met roze-gele
streepjescode, snikkend in de oerwoudhitte.
Dit is een stralend begin.

In het midden van iedere druppel vind je
een atoom dat gemaakt is om te stromen,
de kern vol parelende protonen op zoek naar
negatief geladen partners – waarom zou je?
Pure natuurkunde, hun aantrekkingskracht.

Onder de koude douche reken ik met de tropen
af, spoel ik ionen, hun vruchteloze paringsdans
door het afvoerputje, maak ik plaats voor
de stenen adem van een stervende zwaan,
stamp ik een zoetwaterballet, trek ik de lege
ruimte, geruite tegels aan, verdamp ik waar ik
bij sta. Ik stoot af. Daar gaan mijn feromonen.

de kyteman-paradox – maaike klaster

In woede uitbarsten mag niet meer.
Daar kunnen de machomannen van Nederland niet tegen,
omdat ze dan ontmaskerd zullen worden als de Wizards of
Oz, als de miezerige schlemielen die zij in werkelijkheid
zijn. Op de radio zijn micropenis-dj’s aan het woord die
tegenwoordig niet veel meer kunnen dan heel hard om hun
eigen scheten lachen. Dat is knap, een scheet laten! Daar
wil het Nederlandse luistervolk meer van weten. Hoe doen
ze dat toch, iedere dag met zoveel plezier steeds meer van
zichzelf laten horen ten koste van al het muzikale talent dat
zich weken, maanden, jaren in het zweet heeft gewerkt voor
hun en ons vertier? Misschien hebben die dj’s zo lang in hun
Hilversumse studio, hun Glazen Huis opgesloten gezeten dat
zij het contact met de rest van de mensheid stukje bij beetje
zijn kwijt geraakt; dat zij in al hun volwassen onschuld zijn
gaan geloven dat muziek componeren, schrijven, opnemen,
spelen – met de wereld delen – vergelijkbaar is met een potje
ruften; dat het dus niet uitmaakt welke artiesten ten gehore
gebracht zullen worden, welke plaat er wordt gedraaid. Als
onze o zo gezellige mannetjes van de radio maar in koor
kunnen la ha ha achen – en wee je gebeente als je niet mee
lacht! Daar denken deze windenlaters mee weg te komen,
want wie achter de schermen de knoppen bedient, is aan de
macht. Toch, jongens?

Waar jullie blijkbaar niet aan hebben gedacht, is dat die
artiesten zonder jullie nog steeds hun brood verdienen,
maar dat zonder hen en zonder hun muziek jullie vak ook
niet zou bestaan. Een bedankje, iets meer nederigheid, een
beetje meer R-E-S-P-E-C-T zou op zijn plaats zijn.
Doe Maar, ja. Zo hoorde ik er twee nog niet zo lang
geleden, na het spelen van The Mushroom Cloud – die van
The Kyteman Orchestra dus; niet die van hen – zeggen dat
dit wat betreft 3FM zo ongeveer het enige draaibare
nummer van het album was. Hoe noem je zoiets? Muzikale
verkrachting? Eerst zeggen: Kom eens hier, schatje, wat
ben je mooi – en dan die ander met een mes penetreren, het
hoofd afhakken. Heel slim gespeeld, want je kunt achteraf
altijd zeggen dat je je best hebt gedaan; dat je, in dit geval,
Kyteman en de zijnen toch echt een kans hebt gegeven.
Alleen een beetje doorzichtig, deze retorische verdwijntruc
uit de oude goocheldoos. Wat jullie, lieve kijkbuiskinderen?
Waren deze twee diskjockeys niet gewoon een beetje gemeen?
Misschien waren zij een beetje bang geworden toen zij bij het
beluisteren van dit kleine meesterwerk ontdekten dat er
iemand in Nederland rondloopt die grotere ballen heeft dan
zij – om over de rest van het het zaakje maar te zwijgen; dat
diegene boos kan worden en niet zo’n beetje ook. Zoveel
woede, dat kenden deze ginnegappers niet; zoveel rauwe,
kwetsbare mannelijkheid hadden zij nog nooit vernomen.
Daarvan krompen zij en hun klokkenspel zover ineen dat er
niets meer overbleef om mee te spelen; daar begonnen zij
van te bibberen en te zweten, gingen zij nog luider van
ouwehoeren, nog harder van zitten scheten. Totdat
uiteindelijk alle melodie werd overstemd. Dat stel noemt zich
dan Mannen Met Een Hart Voor De Muzikale Zak. Heel
overtuigend vakbekwaam en met zoveel charme gebracht!

Wat natuurlijk ook nog zou kunnen, is dat onze dappere
audiovrienden bang waren dat die geile, Franse hijgrapper
betere seks heeft dan zij. Maar goed, zo kan ik nog een
duizendtal plausibele redenen voor hun wangedrag
aanvoeren. Wat blijft, is dit: Waarom luisteren wij muziek?
En als wij die klanken, liederen, albums, ritmes, beats en
melodieën zo belangrijk vinden, waarom eren wij
degenen die ons die rijkdom geven niet? Zijn mensen echt zo
bang voor een beetje woede, voor een beetje verdriet?
Als antennes konden huilen, dan schreeuwden zij het uit.

Luister.

Colin & co kunnen boos worden, maar ik in mijn eentje
word bozer. Dat is nu eenmaal zo. Geen paniek, ik ben heel
lief, maar als die hondsberoerde, hoerenlopende 3FM-bende
nu niet als de wiedeweerga The Kyteman Orchestra uit de
prullenmand vist, krijgen ze met mij en mijn Army Of Lovers
te maken. Maak dan je borst maar nat.

london, 1994 – maaike klaster

Krijtstreeppakken strijken, overhemden met een vouw in de mouw,
Engelse overzichtelijkheid. Als ik mij uitstrek, kom ik tussen de
vloer en het plafond klem te staan. Met de Victoria’s Secret-slipjes
van Madam nog in mijn hand begin ik te lachen. Deze streek leveren
ze mij niet meer, mij in een oude, Victoriaande kelder verstoppen!
De radio staat aan, op Radio One of Classic FM. Als je mij vraagt
Brits te praten, dan doe ik het.

Ik was achttien en au pair, streek in mijn eentje de borstzakdoeken
van de Heer des Huizes glad, en de tijd stond net zo stil als ik wilde.

Waarom zou je een meisje al jouw schone was laten opvouwen?
De kuren van een getrouwde vrouw in een huiskamer die voor
haar eigen kind verboden terrein was, maar waar ík uiteraard wel
mocht komen. Op maandagochtend zat ik op mijn knieën voor de
open haard om de verbrande kolenas net niet op de vloer te vegen,
nam ik altijd mijn cassetterecorder mee, bepaalde ik zelf waar ik
was en dat het eigenlijk wel meeviel.

vroeger blijft altijd – martin b

Vroeger rook ik altijd
de sigaren van mijn vader.

Vroeger bracht mijn vader mij
altijd naar het grasveld
in zijn blauwe Ford Fiesta.

Geen kind keek op.

Vroeger was ik verliefd
op hakjes. M’n vader vond dat altijd
iets voor jongetjes met mooi haar.

Vroeger speelde ik iedereen
door de benen. Mijn vader vond het
altijd eentje teveel.

Vroeger was ik aanvoerder.
Ik huilde altijd als ik werd gewisseld.
Mijn vader gaf mij dan patat.

Vroeger was ik topscorer.
Mjn vader vond dat nooit
een onderwerp van gesprek.

Vroeger was mijn vader
de sigarenkoning van het dorp.
Nooit kwam hij boos binnenlopen.

Vroeger hoorde ik op de trap
hoe mijn vader altijd zijn hoofd brak
in de nacht.

Vroeger bracht ik de krant rond
& zag ik altijd hoe leeg de fles Beerenburg
op het aanrecht stond.

Vroeger was mijn vader
altijd de aangewezen man
voor het uitlaten van de hond.

Vroeger zag ik altijd
hoe voorzichtig mijn vader
de platen van Ede Staal van stal haalde.

Vroeger vond ik mijn vader altijd
een hele vreemde, maar lieve man.

Iedereen liep met hem weg.

Nu zie ik mijn vader weer.
Hij loopt gelukkig niet weg. Wat wil je?
Hij ligt in een kankerbed.

& nu ben ik opeens de aangewezen vreemde man
die breekt & niet weet waar hij het zoeken moet.

Straks zie ik hoe mijn vader
een plekje heeft veroverd in de krant.

Geen duivel zal opkijken. Laat God maar
met hem weglopen.

abstract – jelou

Je stelde mij een vraag,
zo eentje die heel kort maar
krachtig
zoals je dat wel vaker doet

en ik,
mijn hoofd vertalend in
waarom en hoe het komt
dat dingen zo gebeuren,
verdwaal in duizend zinnen

van hoe het nu
en voordat je geboren,
waar toen de zon en ik de
weg insloeg die leiden zou
naar wat ik wilde weten

hoe jij dat zou
wanneer jij vroeger was
en ik net andersom

zo eentje die heel kort maar
krachtig
zoals je dat wel vaker doet

verzuchtend met een lach
dat één zin al voldoende.

eentje meer of minder – hans dijkmeester

dloom van dichtel des vadellands
 
wou dat ik
twee chinezen was
een chinees in china was

dan kon ik lekkel
lekkel tafel-
tennissen

maakt die
bek dicht ook
niet uit

af en toe
dissidenten scheppen
heeft ook wel wat