Resultaten voor het trefwoord diepe

woordenfluisteraar – monique methorst

We schreven de sterren onder een blote hemel
bewogen tijden
tussen rozen een kleur van schijn

om van de ene verbazing
in de andere herhaling te vallen
één diepe zucht… terug naar de reclame

retro is hip om naar te kijken
als een plaat die blijft hangen
oh happy days van de single

en commoties rondjes draaien
geloof dat ik niet goed word…
ik heb een eendagsvlieg gevangen

je wilde toch applaus?

het diepe zuiden – menno wieringa

Een greppel in de mist
verlaten huizen
resten van plantages
een gewonde boom

geen mens

toch ze zijn er geweest
kinderen die spelen in het water
een spoorbrug en een trein
de ruiter op de oprijlaan

schijnbaar ongerept

beelden in zwart en wit
katoen tabak
de Unie trekt ten strijde
the night they drove old dixie down

landschap
dat zijn onschuld heeft verloren
bewogen
vlekken strepen krassen
stofjes haren
als van jaren her

aan de hunze – jan holtman

I

Hier nu, aan de oevers van de Hunze
denk ik aan Camperts lamento,
het gemis langs het lange diepe water

maar het zal de breedte zijn,
die gedachte,
niet de diepte

hier nu,
met een boekje
in het gras.

 
II

Ver achter mij
de glooiing van een heuvelrug,
veen versus zand
en dorpse geestdrift
kerktoren en molenwiek

ook deze zullen
eens verwaaid zijn

dan is het dag-,
schrijft Nietzsche.

 
III

Ik denk aan diepte,
Campert versus Nietzsche
gevoel en hoogmoed,
liefde en angst,
water en vuur

en Campert die durfde
langs het lange diepe water

waar Nietzsche
altijd hoofdpijn had.

waar kind was – kate s. kuipers

hangen stoelen met poten omhoog
op het tafelblad. zeven om precies te zijn
voor de stoelendans is dat een te veel
of om zakdoekjes op te leggen

schudden eiken hun schaduwen af
schrijven wortels zinnigheden
in diepe gaten liggen brieven dichtgeplakt
met natte wangen

rusten letters op onbegonnen stenen
zitten weer de laatsten gebeiteld
vooraan of het steeds maar de vraag is
wie er deze keer is blijft hangen

verstomt de aarde

loopt nacht door zwarte dagen
wil rouw haar randen onder nagels laten
zo, zonder hebben en houwen
is er iets

leger dan de klonterende stilte na
het snateren van opvliegende eenden

of

het geruststellend spijkeren van houten wallen
om gaten in de wolken
waaruit het licht begint te regenen