Aan de voeten van de besneeuwde bergen
Donkere hemel
Donkere foto’s
De verborgen sporen in mijn stilte
Een monnik die zijn lachen vergeten is
In de klaagzang van een oude vrouw
Verliefdheid is een reis
Resultaten voor het trefwoord bergen
Toen de bergen hun dalen lieten meanderen
En de zee bevrucht werd
Toen wij baden en zongen
Zo was de Aarde een oord
Toen kwam het gevecht
Wij keerden ons
Wij hoopten
En wij huilden
Toen de zee voer over de bergen,
Toen de maan zwijgend scheen,
Werd de Aarde ontheiligd
Liefde kon niet meer bezongen worden
De kus verwaarloosd
(En wij wachtten.)
Vermoeide bomen
verschieten droog van kleur.
Vroeg oud geworden bladeren
strompelen, buitelen
over het vergeelde veld
vol spijkerharde distels.
Onbarmhartig zuigt
het felle licht
de laatste restjes vocht
uit de scheurende bodem.
Vogels vluchten dieper in
heggen en struiken
en zelfs de hagedissen
duiken dieper
onder de hete stenen.
De stroom wordt poel
en in de diepste kommen
schuilen vis en
amfibie.
Schaduw trekt een
scherpe grens tussen
leven en dood
en verliest terrein.
Hoog op stijgende winden
wachten cirkelende
gieren
tot het leven valt.
Traag stroomt mijn
dikke bloed
onder de dorstige,
pijnlijk barstende huid.
Denken stopt waar
slaap waakt,
tot zachte nevels
uit de bergen dalen
en jij
je koele hand over mijn wangen
strijkt.
Je zei vandaag, vandaag nog niet
het regent en de wereld ziet er
te mooi uit. Met zacht gebogen
kleuren en een natte huid waar
op de vers geperst lente druipt.
Wacht nu maar af totdat de tijd
in echo’s tussen bergen dreigt
met nachtelijk gedonder totdat
de hemel plots verscheurd wordt
door een flits en vrouwenstemmen
in een nis van eeuwigheid en spijt
je naam vertalen in een kus. Dan zul
je dansen als een Rus. Je zult stom
dronken vragen wie ik was. Dus wacht.
Je ben een lied in de storm
Een verlaten verhaal op mijn lippen
Jij ben een echo in de bergen,
klanken van vrijheid
Jij bent zo ver,
Ik kan niet stoppen
jou te vertellen
Je bent mijn taal zonder moeder,
Een wees met vijf namen
Van waar kom je? Waar ga jij heen?
Terwijl iedere lente de bloesem
De kluiten ontspruit
Ben jij mijn heimwee, mijn dwaling
En de aarde draait rond
Ik ging naar Bergen om de zee te zien.
Ik zag de oude zee. Haar overgangen
die elkaar telkens speenden in verlangen
deden mij turen. Een minuut of tien
dat ik haar zag, in ’t glas, mijn droom gedronken,
mijn hoofd vol van het water, wijd en zijd
laat mij daar tussen haar onstuimigheid
een beeld vernemen en mijn ogen blonken.
Het was geen schim. De golf die zij bevoer
kwam traagzaam rechtdoor naar de kust gevaren.
Zij was alleen en klein, zij stond aan ’t roer
en wat zij zong hoorde ik dat hymnen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn kindje voer.
Bij God, zong zij, mijn lied zal u bedaren.
Herschrijving De moeder de vrouw – Martinus Nijhoff
Overal
Vocht en lekkende vlekken;
Een muffe lucht doet denken
Aan grootmoeders woning
Op het platteland,
Maar hier is niets vlak.
Overal
Groen bevlokte schotsen,
Banken en stoelen van mist,
Rijk gewatteerd.
Het armoedig lekkend treintje
doet het
Buiten nog schoner lijken,
En ginder, achter de
Bergen wacht een kunststad.
Walmzand was…
er was, nog steeds
onder donkere sterrenhemel
hoog in de bergen
een vlakte, onontdekt
daar kom ik vandaan
lang geleden
was er alleen zand, ronde en vierkante kiezels
walmzand…
en water, waaruit geschapen werd
ik nam alles in mij op
zweefde boven die vlakte
verdampte dauw doordrong mij
oeradem blies mij leven in
ik zweefde, eeuwig leek het
licht kwam aan snellen,
ik zag dat het goed was
alleen daar, veiligheid,
ik voelde dat het goed was
nog niet bezoedeld door mensenhand,
ik proefde dat het goed was
hier verwijl ik bij tijd en wijle nog…
hoog, ijl, geheim, alleen
in die droom is het goed…
Пусть животные приходят!
Materie raast over braakland, bergen en binnenmeren
Hoop en wanhoop worden eindelijk eerlijk verdeeld
Zeevaardige schepen zinken ter plaatse tot op de bodem
van de zompige akkers van zuinige varkensboeren
Uit reten en spleten rennen ratten en belhamels
gedupeerd en vol illusies hun zekere dood tegemoet
En prinses doornroosje zal niet meer moeten meemaken
ooit nog vochtig en pedofiel wakker te worden gekust
Lang en gelukkig smeert in uithoekige bouwvalligheden
het gemeen al jaren geen bruine rabarberconfituur
op vereenzaamde sneden gewijd zevengranenbrood
Ook daar verkoopt de pest afgeprijsde stinkbuilen
Op de daken wordt elke dag wilder en sexy gezongen
De dansers zwelgen in de kelders hypercola en wijnazijn
in het zwart en wit van Antwerpse nepgeheugenpillen
Dromen de opeen gestapelde eeuwelingen hun laatste droom
De zuigeling Robbe: die is aan acuut hersentekort gestorven
Een naamloze dode is de kamer ernaast geboren in vruchtensap
Dat alles gebeurt daarboven
Dat alles gebeurt daaronder
Dat alles gebeurt daar middenin
Dat alles gebeurt daar waar
Niemand er nog over verhalen kan
Пусть животные приходят!
je droomt de bergen in
je slacht een geit
daarvoor hef je
het mes hoog
boven je hoofd
en met één klap
splijt je de nek
er staat een bak
met warm water klaar
Recente reacties