(…)
„een dag op kantoor, het lijkt als alle dagen”
dat mij doet beseffen waarmee de dag-
vaardigheid zich gemakkelijk verslinden laat
in koffiezeur en theegeleur ~ maar niet door mij:
„niet hier” en niet gauw maar net ertussenin
„al moet ik eerst nog zien hoever” jij durft
te komen wanneer ik je bij me roep
met mild verzoek tot paperassenwinkel
of voor een ongehoorde les in dorstigheid
gepuurd mij toebedeeld uit stijf geknepen zinnen
„praat me er niet van” maar laat de taal
mij nou doen zwellen van een ongepaste trots
op eindelijk weer een hoogst geslaagde aanstelling
„doe mij maar thee” en ik zal eens roeren
kijken of je bodem zich onverhit
aan mijn tong mag willen branden
„en neem gelijk de bijbel mee”
(hangt op)
Reageer