Met een knipper van zijn wimpers
vallen de seconden van de sterren
en is al wat opgeschreven werd
en ooit gedacht, overbodig.
Eén zonnevlam ontsteekt
een miljardtal jaren
in een duister gat, opgelicht,
waar de ratten door elkaar kruipen.
Met het uitstrekken van zijn arm
storten de universele gedachten in
en passen de wetten zich aan
aan het wentelen van zijn wiek.
Hij loopt over ongedachte gronden.
Wanneer hij zijn hoofd draait
om je aan te kijken, ontvlam je
als het doven van een ster. Ik heb je
gekend. Maar nu niet meer.
De kruimels van een asteroïde
zijn jouw restant. Ik laat je gaan
als een verdwaalde astronaut.
Wij nemen afscheid van elkaar,
van onszelf, onze belevenissen,
van iedere seconde in ons en om ons
heen. Zo worden we mee-
gezogen in een sterrenbestaan
om nieuwe werelden te ontdekken,
planeten te omgorden en te lachen
in het duister en soms het licht.
Reageer