Resultaten voor het trefwoord zeepzieder

de goddeloze zeepzieder kamt de haren van de geprikkelde meubelmaker – delphine lecompte

‘De goddeloze zeepzieder kamt de haren van de geprikkelde meubelmaker’
Is niet de titel van het schilderij in de wachtzaal van mijn tandarts
Er hangt helemaal geen schilderij
Er is zelfs geen wachtzaal, noch een tandarts
Gelukkig verkeren mijn tanden in blakende gezondheid.

We lopen rond, mijn gebit en ik
De stemming van de oude kruisboogschutter die naast mij loopt is dysfoor
Dus gaan we naar de kermis
Soms wordt een oude kruisboogschutter daar vrolijk van
Vooral van de brakke suikerspinsletten en van de sibillijnse baardfeeksen wordt hij vrolijk.

Maar de kermis is weg!
Hoe nu onze overgewaardeerde vrolijkheid te bekomen?!
‘Ik ken een goddeloze zeepzieder wiens broer ex-trombonist is,
En in de gevangenis heeft gezeten voor de wurging van drie anemische taxidermisten.
Maar hij had het niet gemunt op dierenopzetters, het was hun scheelheid…

Ja inderdaad: hij kon daar niet tegen, tegen die scheelheid.
Zijn dirigent was scheel geweest, en had het orkest met zijn ogen kapotgemaakt, begrijp je?!
In de gevangenis heeft de ex-trombonist een cursus meubelmakerij gevolgd!’ vertel ik geestdriftig.
De oude kruisboogschutter negeert mijn verhaal
En lonkt naar een exotische vrouw, ze draagt een doorzichtige tas in haar linkerhand.

De tas is gevuld met acetonflessen en zwarte wol
De wol is niet geverfd
Het exotisme van de vrouw straalt slechts matig af op haar dochter.

geen eerlijkheid nodig van de zeepzieder – delphine lecompte

Ik heb geen nood aan de bekentenis van de zeepzieder
Maar ik krijg haar toch: de moord op zijn dochter met een diepgevroren moussaka
Is evenwel een verzinsel want ze leeft nog
Deze ochtend heeft ze mij ‘onhandige trut’ genoemd
Toen ik haar strijkijzer in haar moeders terrarium liet vallen.

Het terrarium was leeg
En de moeder lag in de tuin te wachten op de loodgieter
Met een navelput vol vlinderstof
De dochter van de zeepzieder vroeg na het strijkijzerincident:
‘Kun je hier blijven en mijn moeder een artikel over echolalie bij peuters met flaporen voorlezen?’

Maar ik kon niet, ik moest hierheen
Natuurlijk kon ik dat niet zeggen; dat ik dringend naar haar vader moest
Dus loog ik voor een keer met tegenzin: ‘Ik heb beloofd mijn blinde buurvrouw te vergezellen
Naar de zoo. Vooral de toekankreten beuren haar enorm op!’
Toen kon ik het niet laten een toekan te papegaaien, het was een weerzinwekkende imitatie.

De dochter van de zeepzieder nam hartelijk afscheid aan de deur
Ze bedankte me uitvoerig voor de voetbaden
Die ik aan haar zes pedante dwergkinderen zou hebben gegeven
De voetbaden waarvan ze dacht dat ik ze gegeven had
In werkelijkheid had ik twaalf voeten afgehakt.

De zeepzieder boomt maar door
Over die verzonnen dochtermoord met de diepvriesmaaltijd
Om hem de mond te snoeren prijs ik zijn eikel, dat werkt altijd.