Resultaten voor het trefwoord succes

nitwit – hans van willigenburg

Ik heb vandaag weer niks gedaan.
Ik heb vandaag weer van alles gedaan.
Ik deed het allemaal met volle overtuiging halfslachtig.

Ik lachte, maar met reserve.
Ik zat, maar niet erg rustig.
Ik legde me neer op de bank, mijn hoofd bij onaanzienlijkheden.

Ik koester – ziehier, het bewijs – de zegenrijke toestand van de irrelevantie.
Ik koester het bijbehorende gevoel uitgerangeerd te zijn.
Ik ben dat ook werkelijk en zoek slechts het succes
één verdwaalde fan te hebben.

Ik doe mijn best voor dat specifieke succes.
Maar ook weer niet té…
Dat komt: die ene fan is verzot op mijn nonchalance.

In die nonchalance wil ik tot mijn laatste snik betrouwbaar zijn.
Mijn handje slap over de leuning hangend, mijn ogen lodderig.
Kop in een wolk van vage zegetochten.

een potje breken – martin m aart de jong

er zullen bloemen zijn
een flauwe bocht naar
rechts
waarboven vlinders
klapperen
oorverdovend
hard
in Keulse oren

schade ja
schade moet er zijn

voordat we wakker worden
moet er schade zijn
daarvoor
zijn we
verzekerd

daarvoor
is er succes
afgemeten
met een lint

door onze burgemeester

note to self – dirk wolters

Aan alle beslommeringen en twijfels
zelfbedacht of door een ander ingegeven
terecht of onterecht

misschien hebben jullie later meer succes
want ik ben er even niet –

ze hebben me nodig
bij de lente.

het is weer pleistertijd – martin m aart de jong

De wonden worden afgedrukt.
Mascara glitters, alles glijdt
langs heuvels af, de bekken
in die wijd geopend staan.

Eronder gaapt het bloeden.
Het is een mechanisch hart
dat voort zet, niet te stoppen
is. Gevoel ontbreekt. Alleen

het ego is zo groot dat het
kwijlt bij het zien
van een spiegel.

Succes & roem staat er
in spiegelschrift.

Daaronder glimmen wonden.
Nee, er is niets aan de hand.
Ik werd verkeerd verbonden
door een frontsoldaat.

de dagen zijn van steen – martin m aart de jong

Wie legt ze uit in straten, op de knieën

om ze in zand te slaan, breekt ze door

midden, gooit ze op een hoop, wie?

Wie voelt de regen, wie drinkt koffie

achter kleine ruiten van een houten

huis op wielen wie brengt papieren

nieuws rond, wie klimt op ladders

om het uit kijken naar morgen

van een frisse blik te voorzien?

Wie haalt de zakken op,

wie knipt de bomen bij?

Wie zorgt dat de dagen

tellen op de maat zoals

wij willen en onze succes

agenda’s sluiten en kunnen

knikken van Ilja, ja, ja.

loper – peter van galen

Ik dank mijn populariteit
aan mijn manier van lopen:

grote stappen
kin omhoog, ogen strak
op de kim gericht

soms een boze blik naar een passant
of knipoog in een etalageruit
handen diep in de zakken gestoken
altijd klaar voor wat komen mag

dames giechelen verlegen naar elkaar
hondjes springen keffend aan de kant
en daar schop ik weer een blikje weg

de uren mogen snipperen
als pamfletten uit een sportvliegtuig
maar ik ben hier en sodeju:

de redenen van mijn succes
bevinden zich op loopafstand.

koekoeroe! – martin m aart de jong

Er moet dus iets zijn waar voor je schrijft
dat je bezeten bent
succes op succes stapelt
en rond deelt voor het ochtend is.

Waarom de papieren niet naar jou
kleuren weet je pas nadat
het spel gedaan is.

Thuis in de stilte
roffelt een verwarmingsbuis.
Er rolt een regentraan langs
dubbel glas. Je bent uit lood
geslagen, telt je vingers af, ruikt eraan; denkt aan duiven
op een balkon.

Je zou uit willen vliegen
en je reikwijdte van vleugels
willen overstijgen,
de wereld onder je zien
en weten dat je daar deel aan hebt.

Erbij horen, iemand zijn
is zien.