Resultaten voor het trefwoord rood

bipolair – jacob van schaijk

een merel zong Ständchen, een alt iets
over een heide, stil en zo ver
harmonie en dissonant in een duet
dat een engelenkoor overtrof

afgunst besloot dat iemand moest boeten
en de film opnieuw zou draaien
te beginnen bij de introductiescène
alsof alles nog pas gisteren was

de draden slijm toen je huilde
of ik dan niet meer van je hield
en het juist was omdat ik zoveel om
je gaf, maar zeggen kon ik het niet

het nachtenlange zwerven
door lege straten en langs havens
van drank naar rood licht, bij vlagen
wetend dat ik mij niet aan moest stellen

en steeds weer het onvermijdelijke
van niet tot daden overgaan
wat ik al die tijd van binnen
wel had geweten

zwijgend gedicht – pallas van huizen

Deze nacht is een zwijgend gedicht,
dat eerlijk spreekt, samen in gedachte
als een traag lichaam dat vrijt, dat zweet
in een levende geest
in een droom
die leeft
alles lijkt wit
maar waar wit is, waar wit is
is rood
als het bloed dat kruipt
dat kleeft
afhankelijk van het maanlicht
het beest dat overleeft
Deze nacht is een zwijgend gedicht,
als de waterdieren diep onder water grommen
deze nacht is een zwijgend gedicht
Uitspreken maakt alles erger.

* – serpil karisli

Het leven is blauw
Groen is het leven
Het leven is licht
In duizenden kleuren
Ik zoek
De lucht is luw
De lucht is zacht

Het leven is geel
Paars, rood
Jouw ogen diepbruin
De schaduw van dromen
Ik kijk
Het gordijn valt
Het leven is vuur

juli – b. vogels

mensen vind je op een zomerdag aan het water
leest de journaalpresentator droog

het beeld toont kleurig bloot,
een marktkramer die borsten en billen verkoopt
en bibbert

het cameralampje springt op rood
zijn das zit nog keurig
maar hij verslikt zich in zijn glas

zonder etiket – b. vogels

Die blouse is voorlopig niet in voorraad jongedame.
Niet balen, geen gezucht,
uw schuine blik kan snel opklaren.

Steek uw hals maar uit.
Maak de schouders bloot, uw lippen rood.
Hijs u uit het hemd.
Wij halen u hier uit.

We kunnen het straks beamen,
opgelucht,

de laatste dode is uit het puin geruimd.

fuck de leus – janus duprie

1

wit voor ogen
heb ik niet

noch zwart

groen

rood

of oranje
 
 
2

kleurenblind
beschouw ik mezelf
in donker
 
 
3

doof voor kritiek
dan wel andere onzin

nou vooruit
kan mij het schelen
 
 
4

vluchtbrief laat ik
mooi achterwegen
 
 
– pleur maar op met je censuur –
 
 
5

wie me kent
zou zeggen vast
een grap

van het kaliber
hollywood
 
 
6

het gaat om
onderbuikgevoel

requiem – tijl nuyts

Pianomuziek walmt de kamer binnen
waar dames met lange sigaretten in zetels
van rood ribfluweel om haar sterfbed zitten.

“Ze ziet wat bleekjes.”
“Ja.”

Zij is piepjong en stervende
wanneer de sluimer met witte handschoenen
komt aandraven en zoetjes om haar ogen
zwemt om ze te sluiten.

“Ik vond haar altijd al een lelijk kind.”
“Ik ook. En veel te happig op mannentongen.”

Haar verloofde laat het zich niet aan
het hart komen
en doet zich in de keuken tegoed
aan zijn pangasiusfilet.
Hap na hap, tinkelen van bestek en
het kan hem godverdomme
geen donder schelen dat die beestjes
gekweekt worden in riolen in het oosten.

de rode stad – b. vogels

er hoeft geen kraag omhoog
iemand die langs ging heeft haar gezien
in de schemer van rood licht

is zij verdwaald achter grijze gordijnen
zijn de straatstenen haar laatste uitzicht

hier past enkel modder bij
druil en vuile dingen

het rood zou haar kaken kleuren
bij het daglicht van de mensen

heeft iemand vuile was

verslaving – laura mijnders

Leonard Cohen
en een beetje goedkeuring
ik zag het glas
al op de tafel staan
het pakje sigaretten
al door de kamer liggen
rood
van de lippenstift die
ik nooit opdoe

* – maaike klaster

Amaryllis
    bloeit, breekt
  open.
Rood vloeit
  als bloem
achter mijn
    ogen.
Knop kleurt
    groot, wordt
aneurysma.

Bloed geurt
naar de dood.