Resultaten voor het trefwoord pruimen

de verjaardag – peter heuveling

Verzin voor mij wat onzin
Laat me zachtjes zuchten
grijnzend glimlachen
Neurie onnodig om niets
wieg lachend om heel weinig
vier haar verjaardag mee

Wees de verwaande waanhoop
een nietszeggend iemand
De ondeugdelijke oom
die tergende tante
die ik diep dankbaar
slechts jaarlijks hoef te pruimen

* – josine keppler

Niet alles is anders.
Zo heb ik dezelfde moeder nog steeds

rotten de hangende pruimen, pikt een merel
onder het schuddende kleed
het zwarte blad,
ontkiemt de kans dat ik verwortelen laat
            – valse loten in nat gras.

Ik zou doorweekt en warmgelopen
maar ik gloei niet zo van binnen

            – of ik brand –
rook de onrust, geef niet toe aan zelfbehoud.
Hoognodig zit ik uit balans

en laat moeder aan het snoeien.
Zij rukt de herfst wel in het bos terug,
verrast de wind uit de lucht;
zij laat het gebeuren.

Ruikend naar beslapen bed
kleed ik met zorg in zwart,
mijn ogen geel,
mijn hakken hard.
            Was ik man, ik liet mijn kin en kaak verstopt.