Resultaten voor het trefwoord plas

buikspreker boven water – delphine lecompte

Op de duimknobbel van de buikspreker rust een kever uit
Ik weet niet waar zo’n insect van bekomen moet
Hoorbaar is zijn hijgen niet
De buikspreker niest
En de kever keert terug naar zijn rijstpapeiland.

In de tweede strofe mag ik een prozaïsche omelet eten
Het helpt niet
Dat de buikspreker een mooi servies heeft
Het eigeel verhult een kannibalistische pelikaan
Bijna verklap ik mijn diagnose op het juiste moment.

Het juiste moment wordt verkeerd
Wanneer de buikspreker een houten dier laat vallen
Net voor de grond wordt bereikt herken ik
De olifant aan zijn surrealistische elegantie
Pas na het herstel van de slagtanden praten we opnieuw.

De buikspreker gebruikt het woord ‘aquarium’ in iedere vraag
Ik antwoord op al zijn vragen: ‘Ik kende het wachtwoord niet.’
Het wordt avond omdat de sterren willen opscheppen
Somber verlaat ik het huis van de beenharde buikspreker
Mijn somberte vindt goddank een vallende ster.

Ik vind de gevallen ster in een plas ossenbloed
Hij heet Abraham noch Noach
Zijn tweede beroep was koorddanser
Mijn wens is verse huisdieren voor al mijn mannen
En de gulzige genezing van de enige moer.

De gevallen ster lost tergend op
Terwijl de ochtendzon het ossenbloed stolt
Tot de roestige tekening van een kever op een duimknobbel.

als ik er over nadenk – b. vogels

uitgespit tot op het bot
ligt hij blootgesteld

op het laatste bed
van kankercellen

als ik er over nadenk
hoe hij koffie maken kon

zijn ringbaard een grap
niet mocht verbergen

de prostaat de man
de das omdoet

maak ik me op
voor één ontbijtkoek meer

scheer mijn kin en begin
de dag met een lach

om mijn moeiteloze plas

blos – b. vogels

tot over je oren
in een oeverloze plas
kringen walsen

synchroon curven
op het water baltsen
en dan kunnen zoenen

en niet durven

l’ escapade – b. vogels

Bij het vuur zingen sterren:
het is goed om knoken te warmen.

Aan de kleren herken je de verlangens:
ze liggen in een plas aan haar voeten.
Ik streel de kilte weg,
begeerte verdampt bij zoveel bloot.

Nu ben ik het bos.
Mijn armen de beschutting.

kleine bang – dio the cilany

waar is ruimte
kan een vlinder zich daarin verplaatsen
of alleen in de tijd

is daar misschien enkel afstand
maar wat als het een slecht lichtjaar is geweest
verblijven we dan in krimp

expansie maakt donker en koud
en er is sprake van een goed jaar

hemellichamen gaan niet meer samen

voordat het te laat is
doe ik even een plas tegen de maan

decembermeisje – hanny van alphen

wanneer de prille sneeuw
vluchtig nog
langs mijn wangen strijkt

het gras witter oogt
dan zwanen
op een bevroren plas

mijn koude handen
december vegen
en tijd verder wijkt

zie ik, heel even maar
dat meisje
in haar rode winterjas

de weduwe – jacques santegu

tegen de muur staan anussen
van zanussi wasmachines
spinrag te vergaren
verklikkerlichtjes
slaan rood alarm
op een parelwit dashboard

de kamer zuigt
het vochtige vet op
borstels en dweilen
verzuipen
als bedwaterende wezen
in mangroven

met enige reserves
peilt een 4 X 4
hartje tropen
de dichtgeslibde
kleppen, teilen
was en plas