Resultaten voor het trefwoord levens

in infinitum – rob van de zande

Uit al hetgeen met verderf is bezaaid,
Prijkt uw schoon enig tegen jaren aan
Dat oogst fijner dan het jongste graan
In bloei hult waarop oneindigheid laait.

Want als des levens komst u zal verzuren
Of de dood in u zoet een tombe delft,
Zal een helle schim ons als wederhelft
In plaag dopen tot het vergane der uren.

Ik zeg u, liefste, met nederige toon
Dat dit schouwspel u in mondain vertoon
Nimmer naar plotrede zal bezingen,

Want aast aarde op mens als sluwe rover
En laat wereld geen vernuft van zich over,
Toch blijft u erfgoed zijner wentelingen.

* – maaike klaster

Gezondheid heeft mijn naam gekregen,
maar ik weet niet wie ik zonder die ziekte ben.
Dit kunnen ze niet menen,
iedereen wil mij af zien takelen.

Mijn arts zodat ze gelijk heeft gekregen.
Mijn moeder en ik omdat we bijna niet meer anders weten.

Alleen mijn vader en de zijne draaien zich om in hun graf,
geven mij terecht op mijn falie,
hebben het lichaam overleefd, nemen mij naar oudere tijden mee,
laten zien hoe het altijd al beter was geweest,
schenken mij hun verloren levens, vragen er niets voor terug,
blijven alleen nog even staan kijken
hoe ik lach als ik de deur uit stap.

sentimental journey – jan zwaaneveld

Hier, in dit zwijgzame dorp, ben je geboren
terwijl levens doorgingen of er niets was gebeurd,
iets wat later wel anders zou worden.

Je leerde hier lopen en lezen, gitaarspelen,
alcohol drinken en je fatsoenlijk te gedragen, iets
waarvan je veel hinder zou ondervinden

toen er meisjes in het spel kwamen en je dat
spel helemaal niet bleek te begrijpen. In de schuur
met die hoge schoorsteen repeteerde je

met de punkband waarin ook W. en H. speelden
die allebei te vroeg zijn doodgegaan. Voor de deur
van de kroeg tongzoende je voor het eerst met A.

en daar, in die kleine woonboot, vond zij haar man
met een vuilniszak over zijn hoofd.
Wat valt er nog meer te zeggen?

Onder de kastanjes bij de kerk ligt je vader,
op wie je meer bent gaan lijken dan je lief is. En dat
het leek of levens hier doorgingen,

maar dat je het niet meer hebt afgewacht.

aankomstblues – hans van willigenburg

Je stapt uit het vliegtuig en ziet om je heen
een landingsbaan, vliegtuigtypen,
reclames, lichtkranten
van dezelfde orde.
De onderhuidse mededeling is dat je,
ongeacht het hotel waar je terechtkomt
en de berovingen, hartstochten,
misverstanden en verspilde uren
waar je onderdeel van zult worden,
in hetzelfde spel bent blijven hangen
met dezelfde strafpunten en beloningen
van een hoogstens wat ander gehalte,
maar in de warmte of de kou of de gure wind
van de buitenlucht van het buitenland
waar je in de schaduw van de hal mee kennismaakt,
gaat dat andere gehalte verloren,
zeker als je jezelf vervolgens tegenkomt in de spiegeling
van de paspoortbalie of de winkelruit van een tax-free
verdwijnt je laatste restje hoop op nieuwe levens
al vrijwel meteen
of anders, even later,
als de vliegtuigmaaltijd na hobbelt in je spijsverteringskanaal
en je, handen in de zij, een scheet laat bij de transportband.

levens – marten visser

van de levens die
ik heb doorleefd
resten de schrale reünies
tempels gebouwd op
drijfzand gemetseld met
onuitgesproken verlangens

de nagejaagde goden waren
ongrijpbaarder dan smeltend ijs
geluidloos weggedreven op
hun gecraculeerde vleugels

gelukzalig zal ik de
vier zwarte bouviers getooid
met hoge hoed onthalen
en hen volgen in het kwijlerigspoor
mijn oude ziel is moe

* – peter korsman

de wolken
klonteringen tijd
drijven als levens voorbij
zo vol en toch zo luchtig
zag je het leven voor je

je stem is beven
een scheur in de schaterlach
als een kind sta je in de hoek
niet voor wat je deed
maar wat je doet