En de duisternis trok door het land
terwijl grote macabere ogen de
boomtakken – nog vol als de zomerzon –
langs de kant van de weg verlichten.
Ik zag hoe de bladeren regengepoetst
treurig naar de aarde keken en weenden om
hun naderende en te vroege dood.
O treurige dood van midden in ’t leven nu
alle bloesem weggewaaid ’t lange wachtten
op nieuw leven.
Verdriet rijpt als het koren.
En naar de lente.
Als al het nieuwe leven
weer vruchten zullen geven.
Recente reacties