Resultaten voor het trefwoord kalveren

waarin een klein land groot kan zijn – nina bakker

Zegt u nou zelf mijnheer
De generaals: hoeveel zijn daarvan nodig
Is de weg niet al gewezen
De strategie bepaald
Hebben wij niet reeds de horden aan de poorten

U weet het nog
Hoe wij de denkers weerden uit de torens
Er was rumoer, wie heeft ze nog gemist
De boeren hingen zwijnen langs de lanen
Rond kalveren werd droef gedanst

Van leven moet u zich geen voorstellingen maken
Dat men geen onkruid achterlaat volstaat.

witte ruis – lammert voos

geen signaal
en geen sprinkhanen in het veld,
geen salamanders en kikkervisjes in de
sloot achter school en waar is jouw stem gebleven?
waar zijn de meikevers, torren, de vis in de rivier; geen lucht,
geen water, geen groen gras; roestvlokken zweven dor
en droog en de longen schrijnen, het haar valt uit en
de buurman knabbelt aan de tenen van zijn vrouw,
niet uit liefde, uit haar buik groeit robertskruid en kalveren aborteren
zichzelf en in de nageboorte geen zuurstofrijk bloed en alles
verkruimelt en ik toets het nummer nog eens in en die
stilte, verpletterende stilte in de hoorn het ruisen van
aanrollende golven overspoelen staketsel en traliewerk
en beelden drijven het strand op en het kind pulkt de
laatste alikruik uit zijn schulp en steekt die; het potje is
leeg op wat troebel drab na, je dacht dat alles zeker was
en tussen je tenen zand en daar verderop nog twee meeuwen
weggewaaid, dood als oncontroleerbare vliegers met in de
ooghoek van het geschilderde gezicht een traan,
maar ik kan het niet goed zien
en ik draai me om,
voor altijd