Steeds sneller draaide de oerzon om zijn as
veroorzaakte een implosie in de ruimte
brak in stukken en verdampte tot gas
Sommige dingen gingen sneller dan het licht
niets wat vast stond, wat nog werkelijk was
een nieuwe jonge zon nam zijn plaats
gaf de ruimte een nieuw gezicht
Ons huis, onze aarde kreeg vorm
veranderde van gas naar vast
water daalde neer, maakt het land nat
vruchtbaar voor de groei van gewas
Nu zes miljard jaar later
kijken en luisteren we
met nauwkeurige resonantietelescopen
naar oude en nieuwe sterren
Voelen ons oppermachtig,
willen het nadoen
en houden ons hart vast.
Resultaten voor het trefwoord jonge
’t Gekrijs is niet van de lucht.
Tijdens haar porno-uurtje.
Vooral wanneer haar jonge poesje.
Uit pure wanhoop.
In de gordijnen klimt.
Avier is een jonge bloem
Avier kom je
overal tegen
in vensterbanken
van bruine kroegen
treinen
verlaten
stations
Avier op de rails
in de brandende zon
terwijl de laatste klanken
van de oude jazzmuzikant
met hem wegsterven
en zich vermengen met de
naweeën van de oerknal
schijnt een jonge ster
het brandpunt van het heelal
: de dinosaurus wordt afgebeeld
in grafeen, grafaan, grafiek, graffiti,
de muziek van Pink Floyd
en het vuurspuwende
straatmuzikantenorgeltje
draaien op volle toeren
als Herman Brood
zijn schilderijen te koop aanbiedt
in het centrum van een buitenwijk
waar de erfenis van
mislukte stedenbouw
de droom van jonge mensen verstoort
: alsof natuur het begrijpt
zet zij haar slagtanden in de ladder naar de top
waar tentoonstellingen de overhand hebben
op ground zero
drie bergen
zeven hemels
zestien hoven
worden werkvloeren aangelegd
waarop het goed toeven is
als de cyperse kat thuis is
zich tegoed doet aan
onverdiende verdiensten
waartegenover het losse blad
van gekapte bomen
afsteekt als
duister tegen kleurloos
nuances worden uitvergroot
tot levensgrote afbeelden
: op de pampa’s
klinken liederen van Victor Jara
gedichten van Pablo Neruda
Indiaanse stamliederen
welluidende klinken
samen met poëzie
van Spaanse veroveraars
en Amerikaanse cowboys
: op de maan is het silhouet
geheid van Lord Byron
die gisteren (of was het overmorgen)
dineerde met de president van Libanon
die niet weet dat hij dood is
en daarom bleef klagen
over alles wat niet gebeurd is
: in Hyde Park
verdedigt iemand Snowden en Manning
en doet wat elke mens
doet van nature
groeien bloeien de waarheid schreien
niet buigen voor domheid macht onwil
: de loftrompet zwijgt
om staatsburgers de kans te geven
zijn stem te beluisteren
: en zo geschiede in de bijenkorf
gelijk in de hema
de laborante is een
jonge moslimvrouw
ik betrap me op de gedachte
zou zij besneden zijn
ik voel me een voyeur
juist haar bedekte hoofd
zet haar te kijk
anders was ze onopgemerkt
aan me voorbijgegaan
ooit had ik een nachtmerrie
over een algehele infibulatie
In Rotterdam in een kelder zonder raam zit
een jonge hond opgesloten.
Een keer per dag krijgt de hond een bak zout
water en slurpt.
De deur wordt dichtgegooid en het licht en de
voetstappen sterven weg.
De hond jankt, tiert, huilt om nog wat water en
sterft na drie dagen in een kelder in Rotterdam.
De stegen naar de hel
zijn bestraat met jonge vrouwen;
de wegen naar de hemel
geplaveid met flauwekul.
Ik ga dus naar de hel
waar ik een feest ga bouwen
en heb geen moer vertrouwen
in dat oeverloos gelul.
Want daar boven is geen hemel
maar slechts het spiegelende zand.
Geen oase met een kemel;
en zonder water, o mijn hemel,
krijg ik dorst en zonnebrand.
Oude mannen praat
kringelt over groene weiden
Jonge morgens
halen voorbije nachten in
Fris afgesneden gras
ligt klaar om op te nemen
De binnenstad leeft altijd, slaapt nooit.
Daar roken jonge jongens in hun witte hemden, bovenop hun dak.
En er is altijd geld.
Daar wordt alleen gewerkt als het leuk is.
Daar is het non-stop mooi zonnig weer en anders sneeuwt het.
Sexy vrouwen met tassen vol mooie jurken.
Jonge ouders zijn gelukkig, drinken ijsthee op terrassen met hun toevallig tegengekomen vrienden.
Decadente mannen lachen en ze lunchen geitenkaas met pijnboompitten.
Hippe studenten, lijken er altijd te zijn.
Daar waar het leven is, het goede leven dat blijft doorgaan.
Tijdloos en geldloos, regenloos en vol leven.
Ook nu het koud, donker en guur is bij ons, in de buitenwijk.
wonderlijk hoe gedachten
suiker spinnen
het zoete de mond beroert
van het meisje in de wolken
aan haar voeten wijkt het water
de zee, de zee
ebt langzaam weg
en neemt in haar kielzog mee
de glimlach van een jonge man
en hoe zij wachtte

Recente reacties