Mijn buurjongen, mijn broer, waar ben je gebleven?
Onze Sesamstraat bestaat nog steeds. De lantaarnpaal
waaronder jij mij die snoeiharde stomp in mijn maag
hebt gegeven, ik weet precies waar die staat. Het duurde
even voordat ik mijn adem had teruggevonden, waarna ik
achter je aan kon rennen om mijn armen om je heen te slaan,
aangezien ik wist welke veel te grote man dit eerder en veel
harder ook bij jou had gedaan, en ik hoop dat je weet dat ik
je die knal heb vergeven, en wel meteen, omdat jij mijn Ernie
en ik jouw Bert was en met zo’n oranje-blauw gestreepte trui
aan mag je soms van woede om je heen slaan, stompie-stompie
doen, maar nu jij zelf een grote man geworden bent, kan ik je
niet meer zien, en als jij in dat nette pak op straat op mij af zou
komen lopen, weet ik niet of jij mij nog zou herkennen, met mijn
plastic bit in en die ene knalrode, dames-thaiboxhandschoen aan.
Als ik jou nu op straat tegen het lijf zou lopen, zou ik terugslaan.
Recente reacties