Ik fietste over het Varkenoordseviaduct en zag een zwarte paraplu
klemzitten tussen de spijlen, met zijn gebogen geraamte verweerd
klapperend tegen spijlen. Het was een soort morse: drie keer lang
Een keer kort. Ik ging rechtdoor, ik dacht er verder niet meer aan.
Een week later, voorbij het Varkenoordseviaduct, op de stoep bij
Een getralied hek voor het braakliggend terrein van een bouwput
lag de zwarte plu, verder geschopt, verwaaid, gescheurd in zijn
lakense pak, zijn geraamte als losgeslagen wieken verroest van
het lange liggen in het natte regenwater. Er was duidelijk iets mis.
Hij klapperde niet langer maar het klopte van binnen en ik seinde
Een keer lang drie keer kort.
Recente reacties