Resultaten voor het trefwoord fluit

blauwdruk van een middagwake – maaike klaster

Losgeslagen paardenstaarten
spinnen in de zuidenwind.

Het meisje met de bladerharen,
oranjerode ritselblaren,
fluit het luchtruim vol
met omadagen, zongedroogde
houtverhalen.

Iedere natte boomschorsdroom
wordt limonade in haar ogen.

Het najaar staart,
                      cataract cataract,
maar de zomer geeft glaucoom.

benauwde kom – bennie spekken

zee van verkeer
op de achtergrond

hier en daar komt
een drilstem uit

de ruis omhoog
één en twee en

wat als er nu eens
een bom moeder

spreidt de armen
op het balkon

rondom beton
rondom beton

ketel fluit hond
jankt moet eruit

mijn vriendin spuit
haarspray in de zon

een noodkreet
gedachtesprong

de douane ben ik zelf – rinske kegel

De omgeving beweegt mee, maar kent zijn grenzen.
De stoeprand perst wat lucht uit fietsbanden.
Er zijn lijnen gemaakt op het asfalt door machines.
Als ik uit mijn bed val heb ik de rand van mijn ledikant overschreden.

Maar wat als ik droom
als ik droom dat ik val
als ik droom dat ik eindeloos val
en weer terugval in bed.

Nooit fluit er dan iemand
of een blauwe plek.