Eigenlijk was ze een gore egoïste die verliefd op zichzelf was, maar toch ze had iets, iets in zichzelf, iets in de ander, iets met hem, iets waar hij niet omheen kon. Hij lag dwars op haar matras toen ze binnen kwam met haar nieuwe laarzen. Trots als een pauw voor de vierendertig euro extra die ze betaald had voor een eervolle vermelding op de twintigste plaats in de consumentengids. Duurkoop is waankoop, zelden het beste, meestal meer buitenkant dan binnenkant en eigenlijk alleen bedoeld voor stinkend rijke sukkels en sukkelinnen. Niet voor hem of haar dus, maar ja wat kon hem het schelen dat ze meedeed aan die gekte, zij hield van de laarzen, daarom was het voor haar echt, dat kon hij niet helpen, laat staan iets aan doen. Hij legde het kussen over zijn hoofd, stak zijn benen onder het dekbed, deed even alsof hij er niet meer was. Of hij naar haar nieuwe laarzen wilden kijken. Of ze ze even uit wilde trekken dan, dan kon hij ze beter zien.
Resultaten voor het trefwoord ander
behaagO was ik maar de kus
die zachtjes op je lippen drukt
de mond die al je haar
met huid en al
bezaait met zoenen
en dat ik dan die zoenen was
behaagziek als geen ander
of de tong, zo lekker diep en geil
terwijl ik ook de armen ben
waarin je zachtjes wentelt –
ja, zelfs de streling
zou ik willen wezen
over heel je naakte lijf
vreemd genoeg
vervaagt jouw silhouet
strijkt enkel nog de wind
je lang geleden haren
jij mij
je zeldzame glimlach
wanneer jij
je even, heel heel even vrij
zo anders als zand toen
door je vingers glipte
je huid deed tintelen en
jij één zo één
met ruisen van de bomen
het leven in het gras
het trippelen der poten
van wat het dan ook was
ik las een ander boek
zo een met kronkellijnen
waaraan jij geen houvast
en ik mij, aangepast,
haast elke tekst kon lezen
behalve die van jou
zo anders nou
vreemd genoeg na jaren
dat ik één zo één
het ruisen kan vertalen
dwalend door het bos
een onbelopen pad met
enkel en alleen
mijzelf en mensen geen
maar jou steeds dichterbij
Toen ik 19 was en nog in mijn ouderlijk huis in de Bijlmer woonde
‘s Avonds
is het
koud
In een
bushokje
is het
herfst
als ik
zit te wachten
in dit leven
of een ander
een zonnebloem
in een glazen vaas
op een tafel
van palissander
jij zit
op de stoel
ernaast
ach zat ik
maar weer
bij die ander
Omdat liefde in het hart schuilt; niet in de woorden God, Boeddha
of Moeder, luister ik zelden naar het pseudo-spirituele gezemel
dat deze dagen het luchtruim niet uit te meppen is, kan het mij geen
drol, geen donder schelen wie welk ambtskleed draagt, wie voor
welke parochie preekt, hoor ik enkel op welke toon elk hart spreekt.
Nu niet gaan huilen omdat ik jou voor de zoveelste keer op de
waarheid wijs. Jij deed mij veel meer pijn dan jij ooit zal durven
toegeven. Ten faveure van wat? De goedkeuring van goed gekapte
dames die nooit een onvertogen woord laten vallen, die heel hard in
hun handen klappen wanneer jij mij publiekelijk terecht wijst zonder
zelf ooit het achterste van jouw tong te hebben laten zien?
Dapper van je.
Ooit gehoord van simpelweg een arm om een ander heen slaan?
Daarvoor hoef je niet aan de kant van die ander te gaan staan en jouw
zo dierbare Midden te verlaten, een midden dat volgens mij niet meer
dan een door jou verzonnen term voor ontwijkingsgedrag is en dat
bovendien een gebrek aan nederigheid voor het leven, de grote liefde,
de schepper laat zien. Waar komt toch die angst of op z’n minst
afkeuring voor emoties vandaan? Wil je liever niet toegeven wat je
zelf allemaal fout hebt gedaan, hoe jij situaties waarin anderen jou
– soms zelfs moedwillig- schade toebrachten, oogluikend hebt
toegestaan?
De tijd dat jij mij voortdurend de les dacht te moeten lezen is eindelijk
voorbij, al had ik nooit gedacht dat wij zo zouden scheiden, had ik
jouw arm om mij heen verwacht toen ik jou vertelde dat ik als kind bij
verschillende gelegenheden ben verkracht. “ Dat moet je die mensen
maar niet aanrekenen.” zei jij. In plaats van mij te omarmen, hield jij
een hand boven het hoofd van de goorste daders. Toch spreek jij nog
steeds van een groot, warm hart – het jouwe dus.
Heb je dat hartvormige kussentje al in elkaar gezet dat ik jou die ene
kerst kado gaf toen niemand anders dan ik jou bezocht en ik samen
met jou; voor jou huilde, ik mijn arm om jou heen heb geslagen?
Noem mij geen engel; noem mij een mens. Dat maakt met elkaar
praten een heel stuk gemakkelijker, geeft mij het gevoel dat ik net als
de rest van ons mensen hier op aarde ben geboren; dat ik hier thuishoor.
Laat mij dan ook als een mens bestaan en kijk eens naar mij. Zie je die
pijn? Engelen lijden niet; mensen altijd. Dat heeft met de haat op deze
planeet te maken, en er is NIETS verhevens aan zeggen dat je die pijn
hebt ontstegen. Dat gebeurt pas als je sterft. Wat betekent dat jij in dat
veilige midden van je niet ten volste leeft; dat jij jouw eigen zachtste
kern stelselmatig blijft ontwijken en dan stiekem mijn kant opkijkt
omdat ik nooit te beroerd ben geweest om anderen mijn hart, mijn ziel,
mijn liefde te geven. Dat weet iedereen.
Waarom zou jij mij dan jouw omhelzing ontzeggen wanneer ik voor
het eerst van mijn leven laat zien hoeveel verdriet ik echt heb; wat
mensen allemaal met mij hebben uitgevreten? Omdat je dan zou
moeten toegeven dat je dat altijd al hebt geweten en nooit hebt
ingegrepen? Omdat ik grotere pijn heb dan jij? Waarom denk je dat
ik het uitschreeuw? Omdat ik niet van plan ben in de klauwen van een
paar grote klootzakken te blijven leven. Jij blijkbaar wel.
Dat ik op tien manieren kutwijf zeg, betekent niet dat ik er zelf een ben.
Zoals er mensen zijn die anderen de godganse dag met hun oudbakken
woordspelingen vervelen zonder ooit grappig te zijn geweest. Keurig
gekapte dames die bij elke valpartij van mij goedkeurend in hun
handen klappen, die vrouwen als ik aan mootjes hakken omdat zij de
Oermoeders en Alleenheerseressen van dit universum dachten te zijn,
met alle mannen van de wereld spinnend aan hun voeten, almaar om
hun mopjes grinnikend, terwijl de dames in kwestie zich in hun
nauwelijks verholen kwaad verslikken bij het leveren van commentaar
op iets wat ik met grove taal over precies dat als heiligheid vermomde
kwaad op papier heb gezet.
Die dames grijp ik bij hun oude vrouwenharen zodra zij ook maar één
gewelddadige, praatgrage, wijzende vinger naar mij uitsteken. Daar
blijft heden ten dage weinig van over. Geloof het maar, dames.
Hoewel ik veel betere dingen te doen heb, zal ik niet schromen u het
vlees van de botten te trekken als u mij nog eenmaal flikt wat u mij al
eerder flikte. Goed luisteren naar wat mijn hart rikketikt, vuil,
achterbaks verkrachtersloeder met uw naar zwavel en hennapoeder
riekende wasem. Dit zijn louter woorden; u bent de smerigste dader.
Nu u weer.
streptokokken lopen
moleculair irritant
door onze longen
door onze tranen
doelloos existentialisme
mogen wij graag doel geven
de geest gegeven maar
je strepto’s lopen nog
ze gaan naar een ander
van mij en kou naar jou
leven in al zijn hevigheid
verschijn, leef, verdwijn
luister nou eens goed
je weet hoe ik functioneer
asymptotisch richting geluk
jij bent mijn Y-as
Mijn buren
komen uit Somalië en
hebben een manier ontdekt
om elkaar te tonen
hoeveel ze van elkaar houden
de 1 gunt de ander de sleutel
van het portiek niet
en de ander gunt de 1
de voordeursleutel niet
dus de post verstoft
beiden hebben maar 1 sleutel
van iets wat niet werkt
niemand belt meer aan
en ik draai de muziek
zo hard als ik kan
de man die net stapt uit lijn twee
dat ben ik
nee, nu weet ik het zeker dus anders
dan bij dat diner vorige week met
die man toen ik dacht: daar zit ik
tot hij naar mij keek en knikte
en ik naar hem, zodat het even leek
of hij mijn spiegel was en ik de zijne
dan lachten wij beiden en wisten
dat de een de ander niet was, maar de
man die daar komt zal zijn armen
spreiden en wij omhelzen elkaar
knellen ons beeld tot het barst
als een spiegel van huid
aderen, spieren en botten
breken geesten eindelijk heel
deze dagen houden van niemand
bewaken slechts gemaakt beleefd
de getroffen schouwburg
gaat lager in peiling voorbij
menig lineair lezer wijst
onbeholpen naar de nooduitgang
brandt opgelucht voor kijkers en
meedoeners nieuwe anarchie
structuur behoeft geen introductie
heb je een ander
ik ben de ander
deze dag houdt niemand.

Recente reacties