En niet in zeven sloten tegelijk
’t hert op bevende poten
prikkeldraad stroom in de wei
’t gewei naderbij
En niet in zeven sloten tegelijk.
Schok wanhoop en luister
tegenstellingen welsprekendheid
der letteren en de dwazen die azen
altijd clowneske tand des tijds
kan ’t niet zeggen nog lang niet
alles dat weet niet weet allemaal
’t hart dat vleugels tedere waan
Onwetende werktuigen in mist
door gangen en spelonken
en zij die zoeken de hemel en in
boeken volgen de lichtgevende ster.
Amor hoor.
’t hert ’t gewei
’t sijpelend beekje.
En in zeven sloten tegelijk.
Recente reacties