Resultaten voor het trefwoord 5

waar moet je op letten bij het kopen van een huis? – pallas van huizen

1. Ga nooit alleen zaken doen.
2. Laat het huis taxeren door een onafhankelijke taxateur.
3. verkoop eerst je oude huis voordat je een nieuw huis koopt.
4. Zorg dat je niet meer leent dan je kan dragen.
5. Praat alles goed met elkaar door.
 
Bij punt 1:
 
Neem een vertrouwd persoon mee en let samen goed op wat er gezegd wordt en geschreven staat (vooral in de kleine lettertjes), laat je niet onder druk zetten en gebruik je verstand, wat de ene niet weet of ziet dat weet of ziet de ander misschien wel, want twee weten altijd meer dan één.
 
Bij punt 2:
 
Geloof niet zomaar de verkooppraatjes van de verkoper, maar laat een buitenstaander die verstand heeft van zaken de woning zo precies mogelijk taxeren.
 
Bij punt 3:
 
Tref een overgangsregeling met de koper van je oude huis op het moment dat je naar een nieuw huis toegaat. Eventueel kan je ook in de vrije sector huren.
 
Bij punt 4:
 
Hou rekening met eventuele extra kosten door de geboorte van een kind of kinderen, ziekte, ontslag, het wegvallen van de naaste of onderhoudskosten aan het huis.
 
Bij punt 5:
 
Zorg dat je van elkaar weet waar je aan toe bent bij verschillende denkbare situaties. Zeker weten is altijd beter dan achteraf zeggen: Had ik het maar geweten. Je moet goed beslagen ten ijs komen, dus wees er op voorbereid dat het soms nog wel eens tegen kan zitten.

satan’s hoekje – maaike klaster

Waar het altijd heel goed toeven is (Dat was een grap, voor wie het niet
begrepen had, en voor alle duidelijkheid: ik heb het hier tegen de duivel,
dames en heren critici. Of u moet zelfs die tegen mij in bescherming
willen nemen, natuurlijk.)

 
 
1.
 
Hahahahaha, ik moest oprecht even heel hard lachen,
ook al was het helemaal niet grappig. Dacht je dat ik
bang was? Ik vreet die duivel op met huid en haar en
schijt hem recht in zijn eigen gezicht weer uit. Die
broekpoeper is bang voor zijn eigen drollen. Doe die
bek open, lieve schat, dan poep ik je helemaal onder.
Roep haar maar, roep je moeder. Nu word je bang, hè?
Omdat je nooit geboren bent, kun je ook niet sterven.
Geen enkele angst is angst voor de dood, maar altijd
weer dezelfde duivel die zo ontzettend graag mee wil
spelen en dan heel hard roept: Slot op de pot!!!
 
 
2.
 
Sorry, ik dacht dat jij een man was. Jij liet je snor toch altijd staan?
Ik weet zeker dat jij van mij jouw Little Bitch wilde maken. Goh,
ja, ik kan, kon, twee woorden Engels spreken, kon het altijd al,
meer dan twee. Was jij in L.A.? Jij wel! Nee, Daddy’s Dearest, jij
zat in Het Land Der Goedkope Hoeren een vrouw als ik op afstand
in haar gladde gezicht te schijten. Voortaan beter mikken, lieverd.
Veeg nou die snor maar af.
 
 
3.
 
SEE YA
 
Hoe groter de haat, hoe groffer ik lijk te worden.
Hoewel ik zelf eerlijk gezegd niets grofs tussen
mijn woorden terug kan vinden. Die pen is een
zuiver zwaard en het enige wat ik naast schrijven
doe, is een schild ophouden zodat de lelijkheid
die op mij werd afgevuurd netjes afketst en tot de
rechtmatige eigenaar wederkeert. Noem mij de
vrouw die van het kwaad een boomerang maakt.
Oh well, hello Australia!
 
 
4.
 
Steek dat enkeltje naar de hel maar in je zak of in de fik.
Dacht je te zullen branden? Vuur is lief.
Waar jij heen ging, bestaat geen warmte, bestaat geen licht.
 
 
5.
 
Als je mij aanraakt, verander ik in mineraal gesteente, een zoutpilaar.
Niets van goud, geen hout, alleen ik en niemand’s adem om mij leven
in te blazen. Vandaag mag van mijn part zelfs God wegrotten in de hel.
Dat zei God zelf: Schrijf maar op. Niet dat het iets verandert, want
waar Hij/Zij/Het tevoorschijn komt, verdwijnt het niets en God naar
de hel brengen is wat ik steeds heb gedaan: met datzelfde zwaard het
kwaad uitbannen. Misschien was het altijd al de bedoeling dat ik tot het
eind der tijden oneindig alleen bleef.
 
 
6.
 
Goed, een laatste woord: dat jij graag in jouw eigen maaltijd schijt,
betekent niet dat ik jouw stront wil eten. Geef me een boterham met
pindakaas, zodat mensen kunnen denken: Hé, een broodje poep! –
of iets wat er op lijkt, en laat me dan alsjeblieft, alsjeblieft
de bloemetjes buiten gaan zetten. Omdat ik trek in jus d’orange heb,
drink ik sinaasappelsap. Variatie op een thema.

wachten op het duizendste uur – maaike klaster

1.
 
Verliefd zitten wachten op iemand die je nauwelijks kent,
maar die je als enige op aarde binnenstebuiten wilt keren
om steeds opnieuw te leren kennen, die je als een lange, warme
jas wilt dragen om aan de rest van de wereld te laten zien:
Kijk, hoe mooi!, terwijl diegene vanuit de binnenzak van die jas
mee kan kijken, lachend gesprekken met je voert die verder
niemand kan horen, doet je beseffen hoe godvergeten alleen, nee
zeg maar gerust eenzaam je bent geweest, maar dat ook dat nu
niet meer uitmaakt. Waarom duurt dat wachten dan zo lang?
 
 
2.
 
Iedere seconde die nu wegglijdt als één van de stromende
korrels in een zandloper is een seconde die wij nooit meer
samen zullen meemaken. Heb je daar aan gedacht? Volgens
mij is tijd één van de kostbaarste geschenken op aarde, maar
zonder liefde juist weer het tegenovergestelde waard.
Waarom bel je me niet?
 
 
3.
 
Me klem zuipen, straalbezopen op straat gaan liggen en me door de
eerste de beste vrachtwagen dood laten rijden, lijkt me een betere
optie dan dit stille doodbloeden. Jij bent echt een heer die weet hoe
hij een dame moet schaken.
 
 
4.
 
Er is zoiets als het eind van je Latijn. Wanneer heeft iemand dat
bereikt? Ik begin er een redelijk goed beeld van te krijgen.
Jij zult er in ieder geval niet bij zijn. Hoe houd jij het eigenlijk uit?
Wacht, natuurlijk, jij zit niet al anderhalve eeuw in je eentje thuis
al het werk te doen. Jij was bezig de wereld rond te reizen zonder
mij. Goed dat ik dat weet.
 
 
5.
 
Moe? Ik? Ik weet niet wat dat is, maar ik zou wel graag zeshonderd jaar
willen slapen, steeds op en neer in de tijd. Honderd heen en honderd terug,
om daarna gewoon weer hier op dit punt uit te komen. Of nee, liever
zeshonderd min één dag, want ik heb lang genoeg op jou gewacht. Dat
betekent dat als ik nu vijfhonderdnegenennegentig jaar op een neer ga
slapen, ik morgen uitgerust weer wakker word en precies op tijd ben om
jou in je gezicht te slaan als je tegen die tijd nog steeds de telefoon niet
hebt opgepakt. Dan moet je wel eerst langskomen. Begrijp je wat ik zeg?
 
 
6.
 
In het echt ben ik veel leuker, omdat je dan (iedereen die preuts is
aangelegd nu even de andere kant opkijken) mijn kut van dichtbij
mag zien. Meer verklap ik niet. Je zou het waarschijnlijk niet zeggen,
maar ik ben uitermate gesteld op mijn privacy. Dan weet je dat alvast.