Bij hoeveel mannen, vrouwen wordt er niet gedacht:
Nu kan ik sterven? Na ’n paar maanden
Is die tevredenheid weer tanend,
Rooft toekomsts gif: een nieuwe honger, hun de macht.
Maar jij. Wij. Van dat afscheid, wisten w’ op een nacht,
Hadden we spijt. Fortuyn, tsunami,
Twin Towers, internet, Obama –
Een and’re wereld nu; onwerkelijk de dag
Van ’t allereerste afspraakje, allang vervagend in
Beduimelde agenda’s. En je vindt
Niet één broek, bloes in onze kast die wij toen droegen;
We wonen niet meer in diezelfde stad. Geen vroeger
Om in te dwalen – slechts herinneringen zijn bewaard;
Wij kunnen enkel spoken in elkaar.
Reageer