wij woonden tussen
de golven en het land
en waaiden alle kanten uit
sidderend door winterstormen
met de angst
dat er geen zomer meer
zal komen
en die toch kwam;
voor de geduldigen
die de hoop niet hadden
opgegeven
zegen van de gouden regen
ader van mijn hart
de merel zingt op een tak
hallo Elize, wat een mooi gedicht,echt een lied, zo lees ik ze graag, goed verwoord, tussen de golven en het land, de strofes lopen goed, ik weet dat je wat met schepen hebt, de slotzin magnifiek!