zeemijlen – nic castle

Als ik je nu eens vroeg de meeuwen
uit de lucht te wuiven, de woede
in je dochters stem te doen uiten, de
grenzen te verstuiven, ging je
verder, zou je verder gegaan zijn als
ik het toeliet? Ik hield van je

en elk toekomstbeeld bleek voorbij, bleek
te zijn onttrokken aan wandelpaden, goden
verzen en de eindeloze stapel boeken die je
overal met je mee zeult. Van tragiek
en destructieve relaties, van mensen die
alsnog niet zonder elkaar kunnen, al is er verder
niets meer van beiden over. Van muren met scheuren.

Soms kijk ik je aan, en dan is het zo stil vanbinnen, is het zo
gebroken dat zelfs de echo dood is, dat zelfs
geluid niet meer beweegt. ’s Zondags lees ik boeken
en kijk jij tv, de poes slaapt, je dochter ook, en bij
het avondeten praat ik over kostscholen, te-
huizen, praatprogramma’s– en hoe vreselijk ze allemaal wel niet zijn.

Ik heb je lief, nog steeds, hoewel ik moet zeggen dat
de manies, de eindeloze vellen leeg papier, de scheldpartijen tegen
de kat en al diens voorvaderen, de koudgeworden
ledematen en de koudgemaakte thee het me alles
behalve makkelijk hebben gemaakt. Wanneer ik zeg
‘neem me mee’ bedoel ik niet de lucht is zo donker
en elke afgelegde kilometer is er één, hoop heeft een
zwelling in de linkerborst, heb jij een mes-o ik ben zo
bang in dit donker, ik bedoel: de viool ligt daar niet
voor niets, mijn lief, en onbespeeld zijn die klanken veel te rauw, veel te
open voor deze dag. Ik heb de kaas en mijn zomerjurk en
de strijkstok al klaargezet. De glazen staan in de gang. Laten we
zeemijlen gaan verzetten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Recente bijdragen

Recente reacties

Cookies?
Cookies = OK