korte slaapjes waarin de honingman
haar aandoet
knipperloos gestaar naar het voorbij-
razende land der blinden en
een besluit
uit haar tas het nagelschaartje
uit haar hart een gat ter grootte
van de kadansende gedachte
waar nachttreinen toe leiden?
naar een tochtige hartstreek
en met een beetje mazzel naar
een laat perron waar éénoog wacht,
de blik op oneindig.
Reageer