Door hier op jouw begrafenis te spreken
deed ik mijn deel van onze eed gestand.
Ik schilderde met woorden onze band,
je had me anders nooit meer aangekeken.
Zo’n oude vriendschap laat je niet verbleken
denk ik terwijl ik, staande aan de rand,
je dagzeg met een hoopje vochtig zand.
Jij blijft opnieuw stilzwijgend in gebreke.
Je weet dat ik nog één keer op je reken,
al heb ik dat niet zelf meer in de hand
omdat ik vlak daarvoor zal zijn bezweken.
Zal jij die dag, als trouwste geestverwant,
ook laten zien wat ik voor jou beteken,
of komt de vriendschap toch weer van één kant?
Reageer