vliegen en opstaan – jeroen c. muts
Ik blies – de zenuwen – ver weg
maar enkel een wolkje waaide
’t zeil wapperde een beetje mee
alsof het naar vrijheid graaide
tot ik groen zag van verlangen
bond ik bladeren langs lijf en leden
om naakt zoals de lucht te zijn
zonder twijfel om te kleden
geen ruis, of huilen dat is het niet
de wind speelt met mijn gedachten
daar componeert zij heldenmoed
geen ballade van het wachten
aard ik wel met beide benen
of is het meer ‘t mulle zand
schiet ik al tijden kansloos wortel
met gevoel, maar geen verstand
daar wacht ik dan; enkel maar hopen
– ook al is het domweg voorgelogen-
met zelf gebouwde wieken, gepaard
met doodsangst in mijn ogen
de afgrond lijkt toch wat diep
wie weet waar ik zou belanden
zou zij mijn vliegtuig vleugels geven
of de droom hier doen stranden?
ach,
spring! En kijk nimmer terug!
Ook niet als je wat daalt
soms stijg je en soms verlies je wat
als je de overkant maar haalt.
Beste Jeroen,
Trek je niet al te veel aan van de reactie van Ruud Poppelaars die zich graag een vrouwennaam aanmeet. Brenda Schop bestaat wel maar schreef deze reactie niet.
Zielige vertoning om onder haar naam een negatieve reactie te geven Ruud. Of zit je nog steeds iets dwars?
By the way: Wanneer wordt die gouden eikel uitgereikt aan Brenda Schop?
Zie:http://poppelaars.weebly.com/vips.html
Ik vind het helemaal niks: Pas op met ‘ach’ in een gedicht…
En dan die les in de laatste strofe… Neem de lezer a.u.b. serieus!
Ach, waar heb ik die naam eerder gehoord…? Poppenaars… Was dat die man met walkistalkies? De grote?